Een blauwuier is bij geiten heel zichtbaar. Door de aanwezigheid van, meestal de Staphylococcus aureus bacterie, is er dan sprake van een doodzieke geit en een duidelijk afwijkend uier. Een uierontsteking waarbij er aan de buitenkant niet direct iets te zien is komt echter veel vaker voor. Uit onderzoek op Italiaanse bedrijven bleek dat zo’n 40% van de geiten een infectie en dus een subklinische uierontsteking had (Moroni et al., 2004). Hoewel dit niet een in het oog springend probleem lijkt kan het hebben van een infectie in het uier wel degelijk een negatieve invloed hebben op de melkproductie. Tevens is de kans op het ontstaan van een blauwuier en de kans op afvoer hoger. Het preventief voorkomen van deze vorm van mastitis kan dan ook een grote winst opleveren. Er is een aantal belangrijke zaken waar u als geitenhouder op kunt letten om het risico op subklinische mastitis te verminderen.
Bij melkgeiten spelen, in tegenstelling tot bij melkkoeien, voornamelijk de zogenaamde uiergebonden kiemen een rol bij het ontstaan van mastitis. Uiergebonden kiemen worden voornamelijk tijdens het melken overgedragen. Maatregelen om dit te voorkomen zijn dan ook vooral gericht op het melkproces.
Welke maatregelen kan ik zelf nemen?
Het dragen van handschoenen is een belangrijke maatregel om te voorkomen dat u als melker bacteriën van een geïnfecteerd uier naar een gezonde geit overbrengt. Uiteraard is het dan wel van belang om schone handschoenen te dragen, die ook tijdens het melken regelmatig afgespoeld en gedesinfecteerd worden. Het heeft de voorkeur om een handpompje met alcohol of spiritus in de melkstal gebruiken. Hiermee kunnen de handschoenen na het afspoelen gedesinfecteerd worden, zodat achtergebleven bacteriën ook echt afgedood worden. Voorstralen kan handig zijn om geiten met afwijkende melk op te sporen, maar vormt een risico op overdracht van bacteriën via de handen van de melker. Tevens is het een tijdrovende klus.
Het sprayen van de spenen na het melken is een andere maatregel die zeer effectief kan zijn. Veel bedrijven zetten dit alleen in tijdens risico periodes, maar het jaar rond sprayen is aan te raden. Het sprayen van de spenen geeft een effectieve verbetering van de uiergezondheid, doordat de spenen direct na het melken ontsmet worden. De slotgaten staan na het melken nog even open, hierdoor kunnen bacteriën die zich op de uierhuid bevinden gemakkelijk het uier binnendringen en een infectie veroorzaken. Door te sprayen worden de bacteriën op de uierhuid gedood, waardoor het risico op een infectie verminderd wordt. Bij het sprayen is het erg belangrijk dat de spenen goed geraakt worden. Wanneer er onder beide spenen duidelijk druppels speendip/spray hangen kunnen we er vanuit gaan dat de speen goed gedesinfecteerd is. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van een spray installatie is het zaak dit regelmatig en kritisch te beoordelen.
Overdracht voorkomen
Om overdracht tijdens het melken zoveel als mogelijk te voorkomen is het van cruciaal belang om ervoor te zorgen dat de melkmachine zijn werk goed doet. Omdat melkgeiten vaak lang worden door gemolken worden de spenen en de uiers lange tijd belast. Fouten in de afstellingen van de melkmachine kunnen een slechte speenconditie tot gevolg hebben. Een gezonde, gladde speenpunt voorkomt zoveel mogelijk dat bacteriën het uier kunnen binnen dringen, het is daarmee een belangrijke lichaamseigen barrière van de melkgeit. Rafelige spenen sluiten het tepelkanaal echter niet goed af. Oorzaken voor een slechte speenconditie zijn onder andere een te hoog vacuüm, te lang blind melken door een fout in de automatische afname of een slecht functionerende pulsatie. Omdat de jonge geiten meestal nog een goede uiergezondheid hebben is het aan te raden deze als eerste te melken en apart te huisvesten. Zo komen zij niet in aanraking met de kiemen van de oudere (vaak meer geïnfecteerde) geiten. Om zeker te weten dat de melkinstallatie goed staat afgesteld is het aan te raden regelmatig een natte meting te laten uitvoeren. Hierbij wordt er tijdens het melken onder andere gemeten wat het vacuüm is op speenniveau, hoe de pulsatie afgesteld staat, of de melkafvoer toereikend is enzovoorts.
Verlaag de infectiedruk, verhoog de weerstand!
Samenvattend kan worden gezegd dat alle boven genoemde maatregelen werkzaam zijn om de infectiedruk te verlagen, maar het verhogen van de weerstand is minstens net zo belangrijk. Het verschil in algemene weerstand tussen geiten heeft een grote invloed op de mate waarin ze gevoelig zijn voor een infectie en de mate van genezing bij bijvoorbeeld klinische mastitis. Denkt u maar aan de geiten met (sub)klinische pensverzuring, door de verminderde weerstand zijn zij vaak gevoeliger voor mastitis. Een goede uitgebalanceerde voeding met een passende hoeveelheid vitamines en mineralen zijn voor een goede uiergezondheid dan ook onontbeerlijk!
Hebt u vragen over de aanpak van uiergezondheid op uw bedrijf? Dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met een van onze dierenartsen: Jessica Hartjes, 06-3800 8533 (Nederland), Pauline Athmer (Zuid Nederland), 06-8100 2036, Ruth Meenks (Noord Nederland) 06- 1370 2817, Sabine Hoogeveen (West Nederland) 06-8279 0165 of Anne-Lynn Geertshuis (Oost Nederland), 06- 2046 9304.