Minister Staghouwer van LNV wil met de geitensector in gesprek over het verschil in het aantal mannelijke en vrouwelijke lammeren dat in 2021 in I&R is geregistreerd. Dat antwoordt hij op vragen van Tweede Kamerlid Vestering (PvdD).
Vestering vroeg de minister om sterftecijfers onder geitenlammeren. De I&R-verplichting is sinds november 2020 aangescherpt om hieromtrent een meer accuraat beeld te geven. Uit de cijfers blijkt dat in 2021 op de 417 melkgeitenhouderijen in totaal 283.139 lammeren zijn geboren. Hiervan was 46,5 procent een bokje en 53,5 procent een geitje. Over deze cijfers schrijft Staghouwer: ‘Daarbij moet ik uw Kamer er op wijzen dat ook de aangescherpte registratieplicht niet de garantie geeft dat alle sterfte op individuele bedrijven in beeld komt. Het zonder registratie afvoeren naar de destructie van vroeg gestorven lammeren kan niet voorkomen worden met een aangescherpte registratieplicht. Het verschil in het aantal mannelijke en vrouwelijke lammeren dat in 2021 in I&R is geregistreerd kan hiervan een indicatie zijn. Ik ga hierover het gesprek aan met de sector.’
Meer sterftecijfers
Het percentage doodgeboren lammeren ligt in kalenderjaar 2021 op 5,2 procent (14.781 lammeren). De sterfte in de eerste levensweek is 0,9 procent (2.429 lammeren), in de tweede week 1,1 procent (3.005 lammeren) en in de derde week 1,3 procent (3.777 lammeren). Dit brengt de sterfte tot en met 28 dagen na geboorte op totaal 8,5 procent, ofwel 23.534 lammeren. Daarnaast werden vorig jaar 72.760 lammeren tot 28 dagen oud afgevoerd naar het slachthuis.