Op de eerste zaterdag in mei – aan het begin van het seizoen met inspecties en keuringen – komen traditioneel de keurmeesters en inspecteurs van de NOG samen. In de afgelopen twee jaar was dit door corona niet mogelijk, maar dit jaar was er weer gelegenheid om elkaar fysiek te ontmoeten. En daar heeft Engel Kupers, fokbeleidsman van de NOG, dan ook meteen actie op ondernomen door een programma op locatie in Harderwijk te realiseren. Uitgenodigd waren niet alleen de inspecteurs en keurmeesters, maar ook de aspiranten en vertegenwoordigers van de fokcommissies.
De opkomst was fraai: met vijfentwintig personen was het een mooie mix uit de doelgroep. Vooral belangrijk was de aanwezigheid van aspiranten die moeten zorgen voor de continuïteit van het korps. De komende tijd zullen er keurmeesters en inspecteurs afhaken, onder meer vanwege hun leeftijd, en dan is het belangrijk dat er doorgroeiers zijn. Na de opening en het doornemen van afmeldingen startte het programma. Bij het eerste, theoretische, gedeelte was er aandacht voor de wijze van beoordelen, de aandacht voor dierenwelzijn in het algemeen en het programma voor de aspiranten. In de middag volgde een praktisch gedeelte.
Beoordelingen op keuringen
Engel Kupers hoort bij de bespreking van geiten vaak dat het kopnummer ‘een best ontwikkelde geit is’, de daarop volgende iets minder best, en ga zo maar door. Bij de inspectie is de verdeling van punten: 30% uier, 30% beenwerk, 30% type en 10% ontwikkeling. De fokcommissies vinden allen ook het rastype het belangrijkste van de geit, met daarnaast natuurlijk aandacht voor de overige aspecten. Het voorstel van Engel is om bij de bespreking van geiten altijd te beginnen met het rastype; de rode draad bij de beoordeling van de geit. Noem ook altijd twee of drie sterke punten bij iedere geit en sluit af met een opmerking die verklaart waarom de geit op een bepaalde plaats staat. Verder is afgesproken dat de geiten uiteindelijk dwars worden opgesteld, om de overige aanwezigen het type goed te laten zien. Dat is beter dan dat de geiten strak naast elkaar staan, waarbij alleen het zicht op de uier goed is.
Inbreng fokcommissies
Daarnaast gaf Doede de Jong namens de fokcommissie Toggenburger een blik op de toekomst: de terugloop van het bestand aan dieren, het risico van inteelt en de maatregelen die de fokgroep voor ogen heeft om daarmee om te gaan. Henk Bierhof, de rasspecialist van de Bonte geiten, gaf een toelichting op de wijze hoe op keuringen en bij inspecties om te gaan met dieren die niet bont maar éénkleurig zijn.
Nieuwe geit: de Nederlandse Alpine
Via import uit Groot-Brittannië zijn enkele British Toggenburger en British Alpine naar Nederland gekomen. De fokkers van deze geiten hebben het verzoek gedaan aan de NOG om de dieren niet onder te brengen bij melkgeiten maar er een aparte categorie aan te verbinden. Dat is opgepakt door het bestuur van de NOG: de geiten die aan de kenmerken voldoen qua melktype, spiegel en Zwitsers masker kunnen onder Alpine in ZooEasy worden geregistreerd. Voor nu is besloten om de circa 40 geiten op deze manier onder te brengen bij de NOG. De volgende stap is om te kijken of er een ras van gemaakt moet worden, met een fokcommissie en rasstandaard.
Komen keurmeesters of inspecteurs deze geiten tegen dan moeten ze qua type net zo worden beoordeeld als melkgeiten. Als masker en spiegel goed zijn te zien – de kleur maakt niet uit, van geel tot zwart – kan de geit vervolgens als Nederlandse Alpine worden ingeschreven. Zo niet, dan wordt het een melkgeit.
Aspiranten, hoe nu verder?
Engel Kupers bekijkt wie er van de groep van 18 aspiranten (de stand vóór de coronatijd) zijn overgebleven en wie er nog zijn bijgekomen. In ieder geval zijn er 6 aspirant-inspecteurs toegevoegd. Daarvoor maakt hij een plan om verder te gaan: eerst de keurmeestersopleiding, daarna de opleiding tot inspecteur en ter afsluiting van de opleidingen examens, die mogelijk op één dag zouden kunnen plaatsvinden.
Middagprogramma
Na de goed verzorgde lunch zijn de deelnemers met de aanwezige geiten aan de slag gegaan. Engel Kupers had drie Alpine geiten meegenomen naar Harderwijk. Buiten hebben de deelnemers in groepjes achtereenvolgens twee van de drie geiten opgenomen en vervolgens de gegevens besproken met als doel om uniformiteit in de opname te verkrijgen. Het was een mooie kennismaking met dit nieuwe ras. Rond half drie heeft Engel de bijeenkomst gesloten iedereen bedankt voor de aanwezigheid, de inbreng en de gezelligheid. Een goed basis voor het komende seizoen is gelegd!
Foto’s: Ivar ten Tuijnte