Paratuberculose of paratbc, ook wel de ziekte van Johne genoemd, is een traag ontwikkelende, besmettelijke, chronische ontsteking van de dunne darm van herkauwers, met name runderen en geiten. De ziekte kan grote economische schade zorgen. Het vermoeden bestaat dat de verwekker van paratuberculose via melk mensen kan besmetten en een rol kan spelen bij de ziekte van Crohn. Dit is nog allerminst zeker.
Oorzaak
Paratuberculose wordt veroorzaakt door de paratuberculose-bacterie, genaamd Mycobacterium avium subspecies paratuberculosis. De belangrijkste uitscheidingsroute is met de mest. De infectie vindt plaats door opname van de bacterie via de bek. Met de bacterie besmette grond, voer of water of door het zuigen aan een met mest bevuild uier kan tot besmetting leiden. Echter, besmetting is in sommige gevallen ook mogelijk in de baarmoeder, door de biest en de melk. De kans hierop is het grootst als het moederdier al geruime tijd besmet is en aan paratuberculose lijdt. Vooral jonge dieren zijn vatbaar voor een besmetting met para-tbc.
Verschijnselen
De verschijnselen doen zich pas op latere leeftijd voor, meestal bij dieren ouder dan twee jaar. De symptomen van paratbc bestaan uit een verminderde productie, vermagering, dorre vacht en in het eindstadium soms diarree. In tegenstelling tot bij het rund sterven geiten en schapen als gevolg van paratbc vaak zonder diarree te hebben gehad.
Diagnose, behandeling en preventie
Doordat paratbc zich traag ontwikkelt, is de ziekte moeilijk op te sporen. Bij geiten kan besmetting met paratbc op verschillende manieren aangetoond worden: via sectie, mestonderzoek en bloed- of melkonderzoek. Sectie wordt met name uitgevoerd bij para-tbc verdachte geiten en is de beste methode om met zekerheid paratbc vast te stellen bij een individueel dier.
Paratbc wordt uitgescheiden via de mest; uitscheiding vindt echter niet continu plaats. Bij een positieve (= aangetoonde) uitslag heb je de bacterie aangetoond. Een negatieve uitslag zal echter niet altijd betekenen dat het dier geen paratbc-besmetting heeft. Het kan zijn dat er juist op het moment van mestonderzoek geen uitscheiding plaatsvindt. Onderzoek naar antistoffen tegen paratbc in bloed of melk is een snelle en goedkope manier om inzicht te krijgen in de paratbc-situatie op een bedrijf.
Om de juiste diagnostiek te kiezen, is het belangrijk om te kijken welk doel ermee bereikt dient te worden. Is het bijvoorbeeld de bedoeling om individueel besmette dieren aan te tonen of is het de bedoeling om de bedrijfssituatie in beeld te brengen? Preventie is de beste aanpak voor deze ziekte. Dat betekent inachtneming van hygiënemaatregelen, ervoor zorgen dat jonge dieren niet worden blootgesteld aan de bacterie en het zo snel mogelijk isoleren en afvoeren van klinisch zieke dieren. De laatst geboren lammeren van deze dieren worden ook als besmet beschouwd en het advies is om ook deze dieren af te voeren.
Vaccinatie van geiten en schapen tegen paratuberculose is onder voorwaarden toegestaan.