Realtime verkregen data met het pootbandensysteem, biedt enorme kansen voor de sector op het gebied van vruchtbaarheid, diergezondheid, welzijn en management. De grootste winst is dat het individuele dier zichtbaar wordt binnen het koppel, waardoor specifieke zorg tijdig geboden kan worden.
Waar vroeger elke geit gekend werd en naar beste eer en geweten verzorgd, heeft de groei en professionalisering van de sector ervoor gezorgd dat de aandacht is verschoven naar diergroepen. De kennis en kunde is enorm toegenomen, het management op vele vlakken verbeterd, maar de individuele geit is vooral een onderdeel van een koppel geworden. Vaak wordt zij pas bij afwijkend gedrag als signaaldier opgemerkt. Het afgelopen jaar is er met het pootbandensysteem van ENGS-dairy veel data verzameld en geanalyseerd in verschillende Nederlandse geitenkoppels. Door de samenwerking met ENGS en Lintjeshof kwamen specifieke geitenkennis en ervaring op het gebied van data-analyse bij elkaar. Uit dit traject blijkt dat afwijkend gedrag bij het individuele dier heel vroeg gesignaleerd kan worden. Dit terwijl ook meer informatie over het gehele koppel wordt verkregen waardoor optimalisatie van het management mogelijk wordt.
Vruchtbaarheid: inseminatie op natuurlijke bronst
Geiten zijn seizoensgebonden dieren en niet het gehele jaar vruchtbaar. In Nederland loopt het onvruchtbare seizoen van ongeveer februari tot juli, de maand ervoor en erna zijn overgangsperiodes waarin ze vaak een onregelmatige cyclus hebben. De seizoensgebonden vruchtbaarheid maakt het benutten van de cyclus van de voor dekken geselecteerde dieren extra belangrijk. Bokken zijn hierin natuurlijk specialist, maar er zijn veel gezondheidstechnische en fokkerijredenen om te kiezen voor kunstmatige inseminatie. Het juiste moment daarvoor uitkiezen wordt dan complexer.
Synchronisatie middels hormoonbehandelingen is een manier om een geit in cyclus te dwingen en het moment van de eisprong te reguleren. Het bijkomende, vooral arbeidstechnische voordeel is dat de dieren nagenoeg tegelijk zullen aflammeren. Voor synchronisatie wordt de geit gesponst en behandeld met een tweetal geïnjecteerde hormonen: prostaglandines, bekend van het eraf spuiten van schijndracht, en PMSG, een middel afkomstig van drachtige merries. Er is in zowel Nederland als Europa een motie aangenomen voor een verbod op PMSG. Alternatieven voor synchronisatie bij geiten zijn er nog niet, waardoor vooralsnog inseminatie op natuurlijke bronst de enige mogelijkheid lijkt te worden. Middels de stappentellers worden zowel de activiteit als het rustgedrag van de geiten geregistreerd. Het individuele dier wordt hierbij vergeleken met het koppel en haar normale gedrag. De verhoogde activiteit van een ritse geit wordt waargenomen en het systeem geeft een melding met een optimaal inseminatie-interval.
Transitie en diergezondheid
Het inzichtelijk maken van het gedrag, de activiteit en rust maakt het ook mogelijk afwijkingen hierin te signaleren. Het afgelopen jaar volgde Lintjeshof op deze manier verschillende koppels, waarbij het systeem met name in de transitieperiode zeer waardevol bleek.
Zowel een calciumtekort als slepende melkziekte is een aandoening die gepaard gaat met een negatieve spiraal waarbij klinische symptomen pas laat zichtbaar worden. Het lastige is dat behandeling voornamelijk effectief is wanneer er vroeg wordt ingegrepen. Met het pootbandensysteem werden afwijkingen in het patroon waargenomen, en geiten werden sec op deze gegevens uitgeselecteerd en nader onderzocht. Meer dan eens stonden er ogenschijnlijk goede dieren klaar die net iets kreupel liepen de eerste passen of afwijkende bloedwaardes lieten zien. Het waren geiten die bij inspectie van het koppel niet waren opgevallen. Door de vroege signalering werd het mogelijk de dieren tijdig en effectief te behandelen.
In de periode rondom het aflammeren is het pootbandensysteem waardevol gebleken. Zo is het mogelijk om dieren te vinden die moeilijk aflammeren. Het systeem laat een vergrote onrust zien, veel wisselingen in staan en liggen en opvallend zijn ook de wisselingen in het liggedrag van linker- naar rechterzij en andersom, wat vooral rond de uitdrijving zelf zichtbaar is. Natuurlijk zijn deze dieren ook gewoon te vinden, maar in de drukte van het aflamseizoen of in zoiets simpels als de nacht, kan het toch gebeuren dat er een enkel dier gemist wordt en soms zelfs sterft met een nog ongeboren vrucht erop.
Ook in de periode direct na het aflammeren kan eenvoudig onderscheid gemaakt worden tussen dieren die wel of juist niet goed opstarten. Op basis van deze aanwijzingen kan doelgericht gekeken worden welke dieren nader bekeken moeten worden. Temperaturen, uier en uitvloeiing controleren en eventueel aanvullende diagnostiek blijven natuurlijk handwerk en verdienen altijd de prioriteit. Het pootbandensysteem kan dus nooit de arbeid in de stal vervangen, maar wel helpen om in een vroeg stadium de juiste dieren in beeld te krijgen, iets dat arbeidstechnisch interessant is.
Zoals eerder aangegeven, werden ook kreupelheden vroeg opgemerkt door onder andere toename van de rustperiodes. Door het huisvestingsysteem, de potstallen, is het effectief behandelen van kreupelheden lastig, zeker wanneer de schade aan de klauw al groter is. Ook hier is vroegtijdige signalering belangrijk, en dit zal naar verwachting de kans op herstel bij kreupelheden vergroten.
Toekomstige mogelijkheden en ontwikkeling
Het pootbandensysteem genereert zelfstandig al redelijk wat meldingen. Zeker op het gebied van vruchtbaarheid zijn deze behoorlijk accuraat. Op de overige gebieden is het systeem nog in ontwikkeling en worden de meldingen bijgeschaafd of wordt er gezocht naar terugkerende patronen die zo herkenbaar zijn dat het systeem zelf meldingen kan gaan genereren.
Op basis van data-analyse wordt er gekeken of het mogelijk is aflammingen te voorspellen. Het ziet ernaar uit dat dit inderdaad gaat lukken. Het selecteren van een groep geiten die binnen afzienbare tijd, ongeveer 24 uur, zal aflammeren is managementtechnisch zeer interessant. Zo kan er meer rust gegenereerd worden in de groep drachtige dieren en is extra controle en hygiëne rondom het aflammeren ook arbeidstechnisch beter te realiseren. Een andere mooie ontwikkeling zijn de halsbanden waarmee naast de ‘normale gegevens’ ook herkauwactiviteit en -duur geregistreerd kunnen worden. In Israël wordt hier uitgebreid onderzoek mee gedaan om onder andere pensverzuring vroegtijdig te herkennen. Het gebeurt regelmatig dat dierenartsen bij secties aanwijzingen vinden voor pensverzuring. Wanneer pensverzuring tijdig wordt onderkend, is de schade te beperken, cruciaal aangezien de melkproductie van een geit in de pens begint. Naast deze twee behoorlijk concrete ontwikkelpaden wordt er ook gekeken naar specifieke beelden bij ziektes, zoals diarree en listeria, opdat ook deze eerder gesignaleerd kunnen worden.