Eind september reisde een groep van 47 geitenhouders samen met Gebrs. Fuite veevoeders en reisorganisator en -begeleider Henk van Dam af naar Griekenland. Hier maakten zij kennis met een land dat weliswaar ook in de Europese Unie ligt, maar wel compleet verschilt van Nederland. Zowel qua cultuur als ook de geitensector.
In Nederland kennen we vooral zuidelijk Griekenland als vakantiegebied met veel zon en strand. Tijdens deze studiereis maken we kennis met het noordelijke deel van Griekenland, waar men veelal van de landbouw leeft. Het landschap bestaat hier afwisselend uit bergketens en dalen. De bergen zijn enkel geschikt voor begrazing door geiten en schapen. De dalen zijn voornamelijk geschikt voor de teelt van gewassen zoals luzerne, mais en tarwe. Om goede opbrengsten van het land te halen, is op veel plekken beregening nodig. Opvallend is de grote hoeveelheid katoen die hier verbouwd wordt. Griekenland is een van de grootste katoenproducenten van de EU. Het restproduct van de katoenproductie, het katoenzaad, gaat veelal als veevoer naar Egypte. Door de vele zonuren wordt er in de noordelijke regio ook veel fruit verbouwd, met name appels, perziken en druiven voor de wijnproductie.
Toenemende vraag geitenproducten
In Griekenland worden voornamelijk schapen gemolken. Er is echter een toenemende vraag naar geitenmelk. De prijs van geitenmelk liep de laatste jaren steeds verder op, tot momenteel rond de 1 euro per liter. Alhoewel deze prijs lager ligt dan de 1,40 euro per liter voor schapenmelk, zien veehouders dat geiten makkelijker meer melk produceren. De melkproductie van de schapen ligt tussen de 300 en 400 liter, geiten zitten gemiddeld tussen de 500 en 800 liter per jaar. De Griekse geitenhouders verwachten in de komende jaren dan ook een flinke toename in geitenmelkproductie. Om de melkproductie te verhogen, zijn veel Franse Alpines en Saanen geïmporteerd. Er is ook een toenemende interesse in Nederlandse genetica.
Ook de vraag naar geitenvlees neemt toe. Een lam met een geslacht gewicht van 10 kg bracht het afgelopen jaar zo’n 100 euro op. Gemiddeld worden lammeren op 40 dagen oud geslacht. In slechtere jaren kan de prijs ook op 5 euro per kilogram geslacht gewicht zitten. Veel geitenvlees wordt in Griekenland zelf geconsumeerd, er wordt echter ook veel geëxporteerd naar Italië.
Feta en Griekse yoghurt
Veel Griekse veehouders verwerken hun eigen melk. Wij bezoeken onder anderen schapen- en geitenhouder Thomas die met zijn broer een kaasmakerij heeft waar dagelijks zo’n 2.000 kg melk verwerkt wordt. Van deze melk worden feta, Griekse yoghurt en vier verschillende soorten harde kazen gemaakt. In Griekenland is vooral fetakaas erg populair. Fetakaas moet bij wet minimaal 70 procent schapenmelk bevatten. De resterende 30 procent mag geitenmelk zijn. De melk voor de feta wordt wel gepasteuriseerd, maar niet ontroomd. De feta moet drie maanden rijpen en wordt vervolgens gezouten verkocht in blikken van 4 kilogram. Het voordeel hiervan is dat de feta buiten de koelkast bewaard kan worden. De specialiteit van dit bedrijf is een harde kaas gerookt op appelhout bestaande uit 80 procent schapenmelk en 20 procent geitenmelk. De eigen producten worden grotendeels verkocht in vier eigen winkels.
De veestapel van Thomas bestaat uit zo’n 1.200 schapen en 160 geiten die met elkaar 80.000 liter geitenmelk en 380.000 liter schapenmelk produceren. Een buitengewoon groot bedrijf voor Griekse begrippen. Om de melkstroom door het jaar heen zo constant mogelijk te houden, lammeren er elke drie maanden 400 schapen af. De schapen en geiten worden deels geweid in de nabijgelegen bergen. Het aanvullende rantsoen voor de geiten en schapen bestaat uit 0,5 kg luzernehooi, 1,5 kg luzernekuil, 400 gram mais en 400 gram triticale. Het producerende deel van het koppel krijgt daar nog 300 gram soja bij. De luzerne wordt geproduceerd in het dal én beregend, waardoor er zo’n vijf snedes per jaar van het land gehaald kunnen worden, wat in totaal 13 ton droge stof oplevert.
Kansen en bedreigingen
De grootste uitdaging voor de Griekse geitenhouders is het aantrekken van personeel en de algehele leefbaarheid van het platteland. Veel mensen verruilen het platteland voor de stad, waardoor complete dorpen leeg komen te staan. Door deze leegloop verdwijnen ook steeds meer voorzieningen op het platteland en zijn mensen nog minder bereid om er te komen werken. Tijdens onze rondreis zien wij het bewijs hiervoor maar al te goed.
Griekse veehouders ervaren een toenemende regeldruk. Met name op het gebied van vergunningen worden niet verenigbare eisen en voorwaarden gesteld. Tijdens de bedrijfsbezoeken is echter duidelijk zichtbaar dat hier minder wordt gereguleerd dan in Nederland, met betrekking tot hygiëne, veiligheid en dierenwelzijn. Als Nederlandse geitenhouders zien we dan ook nog grote uitdagingen liggen voor de Griekse geitensector, met name als het gaat om het beheersen van dierziekten (CAE en CL zijn overal zichtbaar aanwezig) en het verhogen van de melkproductie. De bedrijven die wij bezoeken worden gerund door jonge en enthousiaste ondernemers. De ondernemers hebben naast de productie en verwerking van geiten- en schapenmelk, allen een of meerdere neventakken. Hierdoor zijn deze bedrijven minder afhankelijk van enkel een inkomen door melkproductie. Onderweg naar huis blijft de vraag bestaan of de prijzen die voor zowel geitenvlees als geitenmelk in Griekenland betaald worden, ook in Nederland mogelijk zijn.