Extra brok verstrekken op een aparte plek aan het voerhek zorgt ervoor dat jaarlingen een hogere drogestofopname hebben. In een proef die Vitalvé uitvoerde, gaven deze dieren vervolgens meer melk.
Het praktijkinnovatiebedrijf van Vitalvé in Rijkevoort (NB) stroomde na een aantal maanden leegstand in mei 2022 weer vol met geiten. Er kwam ook een flink aantal jaarlingen binnen. “We wilden graag direct zoveel mogelijk melk uit deze dieren halen”, vertelt geitenspecialist Karin Bekkers. “Want we weten dat de bedrijven met de hoogste voerwinst de bedrijven zijn waar het hardst wordt gemolken.” Voerwinst wordt berekend door de melkopbrengsten per geit te verminderen met de voerkosten – zowel ruwvoer, bijproducten als krachtvoer. Bekkers baseert zich met deze uitspraak op cijfers van zeventien bedrijven waar Vitalvé deze intensief verzamelt. In de VitalMonitor loopt de actuele voerwinst uiteen van 1 euro tot zo’n 1,80 euro per geit per dag. Een gedetailleerder blik laat zien dat bedrijven die meer dan 40 procent ruwvoer voeren, niet per se de hoogste voerwinst hebben. “Veel ruwvoer voeren zorgt voor lage voerkosten per dier per dag, maar betekent niet per se de beste resultaten. Zelfs niet nu krachtvoer duur is. We zien dat deze bedrijven vaak een gemiddelde melkproductie hebben.” Daarentegen blijken de bedrijven met de hoogste voerwinst vaak de bedrijven te zijn met de hoogste producties. Bekkers: “Kilogrammen melk drukt dus hard door op de voerwinst, blijkbaar harder dan de kosten van het voer. Daarnaast zorgen bijproducten ook voor een verhoging van de voerwinst.”
Drogestofopname is bepalend
Dus toen de voeropname van de eerste twee groepen aangekochte jaarlingen, zo’n 900 stuks, naar Bekkers’ zin niet snel genoeg steeg en de dieren schraal werden, bedacht ze in samenspraak met haar collega’s een remedie. “Voor meer melk is drogestof bepalend. De jaarlingen wilden wel melk geven, maar bleven achter in drogestofopname en vielen daardoor af. Geiten snel meer drogestof laten opnemen kun je realiseren door ze meer brok te geven.” Dus kregen de geiten vanaf 43 lactatiedagen een extra brok toegevoegd aan het tmr-rantsoen. “Deze is samengesteld op specifiek de behoefte van verse, jonge dieren. Het voer is zo ontwikkeld dat dit onbeperkt verstrekt kan worden”, aldus Bekkers. Voor de volgende jaarlingen die startten op het bedrijf, werd deze brok los van het tmr-rantsoen, apart aan het voerhek gevoerd en was die voor deze dieren onbeperkt beschikbaar. “In de praktijk betekende het dat voor de helft van het voerhek tmr lag en voor de andere helft lag brok. Ook hooi was altijd onbeperkt beschikbaar.” Overigens bestond het tmr-rantsoen uit een groot aandeel gras en perspulp, aangevuld met snijmais, tarwegistconcentraat en krachtvoer. Het is een veilig rantsoen. “Doordat de geiten zelf kunnen kiezen of ze brok eten of van het tmr-rantsoen of het hooi, corrigeren ze zelf.” Bij de eerste twee groepen jaarlingen waar extra krachtvoer aan het tmr-rantsoen werd toegevoegd, steeg de drogestofopname binnen een maand met 0,5 kg. Bekkers: “Bij jonge dieren streven we rondom aflammeren naar een drogestofopname van 2 kg, maar in de praktijk zien we dat dit nog niet altijd meevalt.” De melkgift groeide in zes weken tijd van 2,95 naar 3,6 kg per dag.
De volgende groepen jaarlingen die in Rijkevoort kwamen en die van hetzelfde bedrijf afkomstig waren en dus in principe dezelfde genetica in zich hadden, kregen bij aankomst hetzelfde tmr-rantsoen als de eerste groepen verstrekt, maar hieraan werd direct krachtvoer ad libitum aangeboden naast het tmr-rantsoen. De drogestofopname van deze dieren lag direct al boven de 2 kg per dag en steeg daarna door parallel aan de eerste groep jaarlingen. De drogestofopname steeg al snel door naar 2,6 kg en de melkgift lag op 4,1 kg en steeg daarna door naar 4,5 kg melk per geit per dag. De eerste groep deed hier twee maanden langer over voordat die dit niveau bereikte. Bekkers concludeert: “Jaarlingen kunnen dus met een ad libitum brok snel meer kilo’s drogestof opnemen, en daar gemakkelijker melk van geven. Bij die eerste groep hebben we eigenlijk twee maanden melk gemist.” Uiteindelijk kwamen de jaarlingen met ad libitum brok naast het tmr-rantsoen uit op een drogestofopname van 3,2 kg per dier per dag.
Bij voldoende liters kan hoge brokgift renderen
Hoge brokgift rendeert
De voerwinst tijdens lactatiedag 30 tot en met 120 van de eerste groep jaarlingen lag op 1,36 euro per geit per dag, terwijl de voerwinst tijdens deze dagen van de tweede groep jaarlingen op 1,61 euro uitkwam. “25 cent per dier per dag gedurende drie maanden is een groot verschil”, vindt Bekkers. “Het levert ongeveer 22 euro per geit op. Dus ondanks de hoge brokgift zie je toch, zolang de liters eronder zitten, dat dit wel kan renderen.” Bekkers voegt meteen toe dat dit voor jaarlingen geldt. Voor duurmelkers adviseert zij het aandeel ruwvoer zo hoog mogelijk te houden, anders is er kans op vervetten. “Maar voor verse dieren geldt: hoe hoger ze pieken op de top van de lactatie, hoe meer kans er is dat ze later in de lactatie ook nog een hoge productie hebben.”
Na vier maanden lactatie loopt de voerwinst van beide groepen ongeveer parallel aan elkaar. Deze eerste groep stijgt door naar een voerwinst van € 2,00 per dier per dag. Half januari 2023, op 150 lactatiedagen, zit de tweede groep op een voerwinst van € 2,28 per dier per dag. Op dat moment krijgen zij de ad lib brok niet meer gevoerd en zitten deze dieren enkel op het tmr-rantsoen.
Afbouwen
Een geit vervet van mais of van brok, is de gedachtegang. Om te voorkomen dat de jaarlingen met dit rantsoen vervetten, is een goede afbouwstrategie van het ad libitum brok verstrekken essentieel. “We zijn ervan overtuigd dat het goed is om de ad lib brok heel geleidelijk af te bouwen zodat de overgang naar het volledige tmr-rantsoen zo klein mogelijk is. Dan kost het zo min mogelijk melk. We kijken daarbij naar de dieren: blijven ze al een tijdje op dezelfde productie en zit daar geen stijging meer in, dan gaan we afbouwen. Hiermee voorkomen we dat dieren groeien in conditie.”Bij de verschillende jaarling-groepen in Rijkevoort ligt uitval vanwege maag-darmproblemen onder 1 procent. Een goede structuurbron aanbieden is cruciaal, aldus Bekkers. Overigens is de manier waarop de ad libitum brok verstrekt wordt, bepalend voor de opname en de gezondheid van de dieren, en dus voor het succes. “De geiten moeten de keuze hebben tussen tmr-rantsoen en ad libitum brok en daarbij onbeperkt toegang hebben tot een smakelijke structuurbron. Los van elkaar aanbieden is hierin het advies, het verstrekken van krachtvoer over het ruwvoerrantsoen heen geeft een verhoogde kans op diarree.”