We schreven al eerder dat er vraag is naar Nederlandse geitenkennis en -kunde. Anne-Riet Boerenkamp, een adviseur die veel in het buitenland werkt, zegt het in deze editie mooi: veel landen zien Nederland als gidsland wat betreft geitenhouderij. De infrastructuur voor geitenkennis is hier goed ontwikkeld en de geitengezondheid wordt hier met allerlei protocollen zo goed mogelijk gevolgd en bewaakt. Dat beeld herkent Harm Jan Brouwer van Holland Goats: hij krijgt veel vragen over hoe geiten in Nederland worden gehouden terwijl hij elk jaar 4.000 Nederlandse geiten exporteert naar landen in met name Europa.
Het zit ‘m dus ook niet alleen in de expertise van mensen; die brengt met zich mee dat ook de dieren, de Nederlandse geit, hoog in aanzien staat. En man, wat hebben we hier ook een geweldige dieren lopen! De toplijsten met Witte geiten die in dit nummer staan, is slechts een van de bewijzen. In die lijst staat een geit met een levensproductie van 13.000 kg, en daarbij prima gehaltes. Nu staat dit dier bij fanatieke Witfokkers op stal, maar geiten op melkgeitenbedrijven kunnen ook vergelijkbare resultaten halen. En wat ik telkens weer hoor van mensen die dergelijke geiten kennen, is dat er meer van zulke toppers zullen zijn. ‘Want als mijn geit het kan, waarom een andere dan niet.’
Die andere toppers zijn niet in beeld, omdat we het niet weten. Zou er, met al die kennis en kunde hier, niet iets te bedenken zijn om ook die andere topgeiten op een eenvoudige manier in beeld te krijgen?