Individueel celgetal en het tankcelgetal zijn goede indicatoren voor uiergezondheid en melkkwaliteit van een koppel geiten. Daarnaast laten verschillende onderzoeken de relatie zien tussen het celgetal van melk en de kwaliteit en kwantiteit van de geitenkaas die uit deze melk geproduceerd wordt.
Het gemiddelde celgetal bij geiten in Nederland lag een aantal jaar geleden tussen de 1,1 en 1,9 miljoen. Dit is uiteraard een stuk hoger dan bij melkkoeien omdat een geit op een andere manier melk in het uier produceert.
Verhoogd celgetal
Het celgetal van geiten kan verhoogd zijn door verschillende redenen; bijvoorbeeld lactatiestadium, pariteit, seizoen, stress, maar ook door mastitis, dan wel zichtbaar (klinisch) of onzichtbaar (subklinisch). Een verhoogd celgetal door mastitis betekent dat er door het lichaam afweercellen naar het uier worden gestuurd om de infectie op te ruimen. Hierdoor verandert de samenstelling van de melk. Melk met een hoog celgetal bevat minder vet, caseïne en lactose, maar heeft een hogere pH-waarde. Dit heeft effect op het stremmen van de melk. Het stremmen wordt vertraagd waardoor er meer verlies is van eiwit en vet tijdens het scheiden van de wrongel en wei (Park, et al. 2017; Moradi, et al. 2020).
Het verlies van eiwit wordt ook veroorzaakt door plasmine, een eiwit afbrekend enzym. Is het celgetal verhoogd dan wordt er meer plasmine gemaakt, met als gevolg dat caseïne wordt afgebroken. Daarnaast stijgt het aantal chloor ionen, waardoor de osmotische samenstelling veranderd. Ook dit heeft invloed op het stremmen van de melk en resulteert uiteindelijk in een lagere opbrengst van de kaas.
Meer afbraak van eiwit zorgt voor meer afbraakproducten, de zogeheten aminozuren, zoals bijvoorbeeld, histamine, serotinine, tyramine en tryptamine. Hoge concentraties van deze aminozuren kunnen de smaak beïnvloeden, maar in extreme gevallen ook voor vergiftiging zorgen.
Hoewel het controleren van het individuele celgetal en het tankcelgetal van geiten in Nederland niet heel gebruikelijk is, kan een hoog celgetal wel degelijk effect hebben op de kaas die geproduceerd wordt, zowel op de kwantiteit als de kwaliteit. Het is daarom van belang om de uiergezondheid van uw koppel in de gaten te houden.
Heeft u vragen of wilt u meer weten over uiergezondheid op uw bedrijf? ? Dan kunt u ook direct contact op met één van onze dierenartsen: Jessica Hartjes, 06-3800 8533 (Nederland), Niels Groot Nibbelink (Zuid Nederland) 06-8100 2036, Anne-Miek Timmermans (Midden Nederland) 06-1370 2817, Sabine Hoogeveen (Noord-West Nederland) 06-8279 0165 of Anne-Lynn Geertshuis (Noord-Oost Nederland) 06-2046 9304.
Bronnen:
Park YW. et al. (2017). Factors affecting Sensory Quality of Goat Milk Cheeses: A Review. J. Adv. Dairy Res 5:185
Moradi M. et al. (2020) The relationship between milk somatic cell count and cheese production, quality and safety: A review. International Diary Journal.