“Mama, mag ik een koekje?” Die vraag hoor ik geregeld, ongeveer een uur na het avondeten. En op het boodschappenlijstje kom ik elke week, in een nog wat schools handschrift neergepend, ‘chocoladekoekjes’ tegen. Mijn dochter weet goed wat ze lekker vindt en wat ze moet doen om die lekkere trek gestild te krijgen.
Nu wil ik haar niet vergelijken met een geit, maar ik kan het niet helpen – beroepsdeformatie? – dat ik toch enige overeenkomst zie. Geiten weten ook heel goed wat ze lekker vinden en zullen er altijd moeite voor doen om precies dát uit het rantsoen te pikken. Net als bij mijn dochter gaat het dan niet per se om de meest gezonde of voedende componenten.
In de nieuwe uitgave van Geitenhouderij staat een artikel over verse geiten die graskuil voorgeschoteld krijgen met een zeer hoge energiewaarde, en die daarmee toch niet op hun best kunnen produceren. De voeradviseur ziet deze kuil als een snoepje voor de geiten: ze vinden het heerlijk, maar ze eten er niet véél van. Naast het snoep moet er iets gegeten worden dat het aanvult tot een goed rantsoen.
Mijn dochter mag best een koekje eten. Of het ijs van Happy Goats Goodness – waarover we ook schrijven –, dat zal ook de lekkere trek wel stillen. Maar soms mag dat koekje niet. Gelukkig kan ze ook genieten van een mandarijn of portie druiven.