De populatie Boergeiten groeit in Nederland naar inmiddels bijna 1.000 dieren in het stamboek. Ook in Zuid-Europese landen stijgt het aantal Boergeiten.
Het van oorsprong Zuid-Afrikaanse geitenras past zich gemakkelijk aan verschillende klimatologische omstandigheden aan en stelt geen hoge eisen aan stalling en voer. In verschillende landen wordt inmiddels gewerkt aan een stamboek voor de Boergeit. In Portugal is na een tweede poging het stamboek voor Boergeiten inmiddels zo goed als klaar, en in Spanje en Italië werken de fokkers daaraan. In Frankrijk werd vorig jaar de Association Française de la Chèvre Boer (AFCB) opgericht. Deze vereniging valt onder de vlag van Capgènes, de geitenki- en stamboekorganisatie in Frankrijk die voor achttien rassen een fokprogramma bijhoudt. In eerste instantie waren de Franse Boerfokkers nogal terughoudend om samen te werken met Capgènes. Zij waren bang de regie over de rasomschrijving en het fokprogramma te verliezen. Die angst bleek ongegrond en inmiddels levert de samenwerking nieuwe initiatieven op die zowel voor de melkgeitenhouder als voor de Boergeitenfokkers lucratief kunnen zijn. Belangrijk hierbij is dat de AFCB zich tot doel heeft gesteld om geiten te fokken naar de Zuid-Afrikaanse rasstandaard en waarvoor het ras eigenlijk bedoeld is, namelijk de productie van vlees.
Geitenvleesketen
De huidige Boergeiten-populatie in Frankrijk is nog te klein om een regelmatige aanvoer van kwalitatief hoogwaardige slachtgeiten te waarborgen. Door de samenwerking met Capgènes ligt er nu een plan om bij de melkgeitenbedrijven in Frankrijk een gedeelte van de geiten met Boerbokken te laten dekken of insemineren. Hiervoor worden de beste bokken geselecteerd om nakomelingen te produceren met een maximale vleesaanleg. Vervolgens worden de nakomelingen extensief opgefokt. Er zijn in Frankrijk gebieden geschikt voor begrazing waar de lammeren worden gehouden tot een met de slachterij afgesproken gewicht. Door de verschillen in geboortedata en groeisnelheid en het verschil in groeisnelheid van het bok- en geitenlam is het mogelijk om een regelmatige aanvoer van slachtdieren te garanderen – als het even kan het hele jaar door. De garantie van een geregelde aanvoer van kwalitatief hoogwaardige dieren helpt om tot goede prijsafspraken te komen. In Frankrijk hoeft hiervoor geen markt ontwikkeld te worden. Het eten van geitenvlees is daar veel algemener dan in Nederland.
Niet uniek
Het initiatief om een constante aanvoer van kwalitatief hoogwaardige slachtlammeren te realiseren, is niet uniek. In Engeland is het geprobeerd, maar daar is het mislukt door te weinig aanvoer en onderling wantrouwen. Ook in Nederland waren in de eerste jaren dat de NOG stamboek voerde voor Boergeiten plannen voor de productie van slachtlammeren met behulp van Boerbokken. Door de groei van de melkgeitensector was de vraag naar vrouwelijke lammeren zo groot dat fokken met Boerbokken geen optie was. Daarnaast is het nog maar de vraag of er afzet is voor geitenvlees in Nederland. Of het in Frankrijk wel gaat lukken om samen met de melkgeitenhouders een succesvolle keten op te zetten, zal de tijd leren. De AFCB is in ieder geval vol vertrouwen.
Tekst: Engel Kupers