De opfok van geitenlammeren draait om balans. Je wilt de jeugdgroei zo goed mogelijk benutten, maar betekent dat ook dat je maximale groei moet nastreven? In de praktijk zien we dat te snelle groei risico’s met zich meebrengt, zoals groeiafwijkingen of een verstoorde pensontwikkeling. Geiten zijn bovendien gevoelig voor vetaanzet, wat extra gezondheidsrisico’s geeft. Hoe benut je jeugdgroei optimaal zonder deze risico’s?
De melkperiode vormt het fundament
In de melkperiode leg je de basis voor pensontwikkeling, lichaamsopbouw en weerstand. Dit is hét moment om de groeikracht van het lam gericht te benutten. Niet door te sturen op maximale groei, maar op functionele ontwikkeling: een stevig skelet, een goed werkende pens en een uitgebalanceerd lijf.
Geiten zijn van nature binnenvetters. Bij te snelle groei is de kans op overmatige vetaanzet groter. Dat belemmert niet alleen de pensontwikkeling, maar kan ook de orgaanfunctie verstoren en latere melkproductie onder druk zetten. Daarnaast zien we in de praktijk dat een hoge groei in de melkperiode het risico op kromme poten verhoogt. Ook navelbreuken, meestal erfelijk of infectieus van aard, kunnen verergeren bij te snelle groei.
De kunst is om evenwichtige groei te stimuleren. Voldoende skeletontwikkeling zonder ongewenste vervetting.
Ook na het spenen focus op uniformiteit
Na het spenen blijft groei belangrijk, maar de focus verschuift. Vervetting ligt nog steeds op de loer, met gevolgen voor vruchtbaarheid en ontwikkeling. Tegelijk ontstaat er vaak variatie in conditie en grootte binnen een groep. Zeker bij ad lib voeren is het zoeken naar de juiste balans tussen voeropname en gelijkmatige groei. Beperk daarom de groepsgrootte tot maximaal 100 lammeren om achterblijvers te voorkomen. Selectie en monitoring blijven cruciaal. Door op tijd bij te sturen voorkom je vervetting bij de koplopers én houd je de groep sterk, uniform en met voldoende pensinhoud.
Hoe stuur je op optimale groei?
Optimale groei vraagt om gerichte sturing en continue monitoring. Enkele belangrijke aandachtspunten:
- Monitor de groei structureel en objectief. Onze VitalOpfokMonitor helpt je om afwijkingen tijdig te signaleren.
- Stuur bij als de groei afwijkt van de lijn. De Vitalvé curve laat zien wanneer ingrijpen nodig is.
- Schakel tijdig over op minder volle melkpoeder, bij voorkeur rond de leeftijd van 3 à 4 weken, om vervetting te voorkomen.
- Volg een strak en doordacht speenproces. Gebruik hiervoor het Vitalvé speenprotocol
- Selecteer op grootte en conditie om een uniforme groep te behouden.
- Zorg voor een stabiele, evenwichtige groeicurve over de hele opfokperiode.
- Pas de voermethode aan op de groep. Verschillende groepen vragen om een andere aanpak.
Maximale groei klinkt aantrekkelijk, maar is niet altijd de beste keuze. Bij optimale groei draait het om functionele ontwikkeling. Dáármee investeer je in een melkgeit die gezond is, veel voer aankan en efficiënt produceert. Door actief te volgen en bij te sturen, voorkom je problemen én bouw je aan een duurzame, toekomstgerichte veestapel.
Nieuwsgierig naar de VitalOpfokMonitor, de Vitalvé curve en ons speenprotocol? Vraag gratis en vrijblijvend onze opfokkit aan.