Rond de klok van 7 aantreden voor het ontbijt. Een geitenhouder ontviel de woorden “ik ben doodmoe omdat ik langer uitslaap dan thuis.” Enfin, het is maar hoe je het noemt als je moe bent van Dag 1. Het Spaanse ontbijtbuffet nodigt ons uit om ieder geval voor drie te eten en dan heb je nog lang niet alle gerechtjes kunnen proeven.
Om half negen stoomt onze bus op richting Albendin. We rijden door een vrij vlak gebied met 2,5 uur lang alleen maareindeloze velden met olijfbomen, de nationale trots van Spanje. Onderweg passeren we het plaatsje Cabra, wat geit betekent. Met een lichte jaloezie in de ogen van onze boeren vervolgen we de bustocht.
Olijfolie om te zoenen
Het olijfolie bedrijf Suerte Alta produceert al eeuwen olijfolie van de olijf. Manuel Heredia Halcon is de huidige eigenaar die zich tevens markies mag noemen, een adelijke titel. In zijn ‘vorige leven’ was Manuel een bekend architect.
Telen van druiven en olijven op grote hoogte betekent meer smaak aan de olie en de wijn. Uit onderzoek is duidelijk geworden dat met name de koude nachten zorgen voor een tragere groei en dat in combinatie met hete dagen maakt dat er meer smaakstoffen worden aangemaakt. Juist de trage groei maakt dat de schil dikker wordt en het is nu juist die laag die zorgt voor de smaakstoffen.
Spanje kent een keur aan olijfcoöperaties, vaak op dorpsniveau georganiseerd. Wanneer we het erf van de olijfolieboer oprijden is juist begonnen met de nieuwe oogstdag . Een trekker met daaraan een speciale klem met scherm pakt de hoofdstam vast, zet het scherm uit en gaat met grote macht schudden aan de boom. In de tussentijd staan drie manen met pijpen op de takken te slaan waardoor de boom zijn ‘gouden eieren’ pardoes in het kunststof scherm laat vallen. Zo’n 35 kg per boom valt er in. Daarvan rest aan het einde van het productieproces zo’n 12 procent in de vorm van olijfolie, dus 4 liter olie per boom. Toni, de dame van marketing en logistiek, vertelt ons dat het beste geoogst kan worden in de fase tussen groen en rood worden van de olijf. Later wordt de olijf zwart maar dan is de kwaliteit van de olie minder geworden hoewel er meer olie uitgehaald wordt. Onze markies vult aan dat hij alleen gaat voor de beste kwaliteit en dat betekent oogsten op het juiste moment. De 255 ha met olijfbomen gaven afgelopen jaar een opbrengst van 1,6 miljoen olijven. Die werden vervolgens omgezet in een slordige 200.000 liter olijfolie.
Manuel: “Ik kreeg het bedrijf in 1986 in handen van mijn ouders. De helft van het areaal bestaat uit oude bomen, vaak ouder dan 100 jaar, met drie stammen. De andere helft zijn jongere bomen van 20 – 30 jaar leeftijd. “ Manuel verbouwd drie verschillende olijfrassen: “Door deze door elkaar te oogsten en te bewerken krijgen wij de fijnste kwaliteit olie.” Sinds 1996 is het bedrijf overgegaan op de ecologisch tour.
Hoe zit het met irrigatie? Manuel: “Midden tussen de paden lopen ondergronds druppelleidingen; daardoor gaan de wortels meer naar het midden groeien en ook uitbundiger waardoor ze bij regen meer opnamecapaciteit hebben.” De droge tijd is geen probleem aldus Manuel: “Dan worden er meer polyfenolen gevormd die juist die kenmerkende smaak aan de olie geven.”
Het geoogste product, olijven met blad, worden van elkaar gescheiden en vervolgens worden de olijven in grote centrifuges rondgetold. Er rolt water uit, organische massa en de gewenste olijfolie. De organische massa wordt op haar beurt aan andere bedrijven verkocht die er een mindere kwaliteit olijfolie nog uit kunnen persen. En dan nog het geheim van de smid: marketing. De geproduceerde olie brengt 20 euro per 500 ml op. Dat is heel wat anders dan een litertje olie van een huismerk in ons land. Goed is de olie beslist, we mogen ze proeven en ruiken maar het mysterie eromheen en de marketing maken het vooral tot een wereldwijd succes.
Vier kaasmerken
De bus dendert verder naar Zuheros waar we op bezoek zijn bij een zuivelcoöperatie. In de winkel worden de producten verkocht die op de eerste etage in de kaasmakerij worden gemaakt. Vier merken sterk rollen van de productielijn boven. Ja, laat die Spanjaarden maar schuiven met hun merken. Op de begane grond nuttigen wij als groep een stevige lunch die in het teken staat van de geit: kazen en bokkenvlees.
De coöperatie wordt gevoed door de melk van 15 boeren die tezamen goed zijn voor 2,5 miljoen liter jaarlijks. Na de lunch gaan we zonder te kunnen uitbuiken direct door naar een van deze toeleveranciers: Explotationes Agropecuarias La Calzada.
Luzerne en krachtvoer
Eigenaar Jose begon vier jaar geleden met geiten na zijn faillissement in de bouw.
In een rap tempo heeft Jose een bedrijf met 1000 melkgeiten gesticht met daarnaast 400 olijfbomen. De locatie, op 625 meter hoogte, is werkelijk adembenemend.
Jose dekt zijn geiten in december op een leeftijd van 9 maanden. Ook hij heeft het ras Malaguena, net als de geitenhouder van de eerste dag. Duurmelken, daar doet hij niet aan, omdat zijn geiten na een jaar ‘opdrogen’. Bij kou loopt de melkproductie van dit ras sterk terug, terwijl ze blijven produceren bij 40oC. De jonge geiten krijgen het blad van de olijven als ruwvoer en 400 gram brok oplopend tot 600 gram per dag in de maand voor werpen. In de melkstal wordt geen brok verstrekt.
Naast Jose zelf heeft hij twee vaste medewerkers lopen. De melkgeiten doen het op een rantsoen van 1 kg luzerne in combinatie met brok. Die brokhoeveelheid varieert afhankelijk van de productiegroep waar de geit in zit tussen de 1 en 1,5 kg per dag. In feite is de brok een mengsel van granen. Melkcontrole gebeurt maandelijks en de beste productiegroep van de vier presteert 4,2 liter per dag met 9,4 vet plus eiwit.
Dekken doet Jose al op 5 maanden in lactatie terwijl in de regio 7 maanden gangbaar is. Jose: “Door eerder te dekken kan ik het jaar daarop 2 worpen krijgen.” Gemiddeld scoort de geit bij Jose 1,7 lammetjes per worp.
De bokjes worden met 7 kg melkpoeder in 1 maand tijd naar 8,5 kg levend gewicht gestuwd. Tenslotte, aldus Jose, gebruikt hij hoofdzakelijk eigen bokken voor het dekken maar wordt sporadisch de KI ingezet om inteelt te voorkomen.
De grond hier is van uitstekende kwaliteit. Jose: “Per ha gaat het om 70.000 euro grondprijs indien de productie van de olijfbomen goed is.” Vergunningen is ook hier wel even een dingetje; hoewel fosfaat en stikstof (nog) geen issue zijn is het dieraantal wel een beperking. Jose heeft dat voor zijn bedrijf wel voor elkaar gekregen.
Na een blik in de kleine arena, waar Jose zijn eigen stiertjes leert knokken voor het echte werk, verlaten we de farm. We knallen met de vlam in de pijp naar Cordoba, een stad die in de Moorse tijd vooral kennis en wetenschap aantrok. Om 23.00 uur wandelen we, moe en voldaan na een typisch Spaans diner, in de richting van ons hotel. Morgen alweer de laatste dag.