Agrifirm organiseerde onlangs een middagbijeenkomst over CAE. Duidelijk werd dat het gevaar van deze ziekte op de loer ligt. Geitenhoudster Monique van Summeren vertelde over hoe zij op hun bedrijf vechten tegen CAE.
Christian en Monique van Summeren hadden in oktober 2014 een ‘tegenvaller’; ongeveer 10 procent van de geiten bleek naar aanleiding van de tweejaarlijkse steekproef van de GD aantoonbaar CAE te hebben. Ze schrokken daarvan, en willen per se CAE vrij zijn. Het kopen van een CAE-vrije koppel was moeilijk, want nergens was een koppel van 2.500 dieren van één UBN te koop. Dus pakken zij sinds die tijd de opfok radicaal anders aan. “Op dit moment hebben we ons CAE-certificaat terug. Ik steek mijn hand er echter niet voor in het vuur dat we ook helemaal CAE vrij zijn, dat zal de tijd leren. De manier waarop wij werken is zeker geen garantie dat CAE op je bedrijf zal verdwijnen, of dat dit de enige manier van aanpakken is.”
Uitgangspunt was dat bijna elk lam vrij van CAE uit de moeder komt. Om de lammeren direct na de geboorte geen kans op besmetting te laten lopen, vangt de familie Van Summeren de lammeren direct op, voordat ze gaan drinken bij de geit en liefst nog voordat ze het stro raken. In de lammerperiode lopen er dus continu mensen in de geitenstal (ook wel ’s nachts) om lammeren te vangen. Heeft een lam al gedronken voordat het gevonden is, dan zal het dier worden afgevoerd. Ze vangen de lammeren op in een plastic zak, het oornummer wordt in een zakje met een tiewrap om de nek van het lam gehangen. De lammeren komen vervolgens via een luik in de lammerstal terecht. Hier worden de lammeren grondig gewassen met warm water en een ontsmettingsmiddel, vervolgens worden ze nogmaals ontsmet door ze in een emmer ontsmettingsmiddel onder te dompelen. Tenslotte worden ze gewogen én krijgt elk lam 10 procent van zijn lichaamsgewicht aan koeienbiest via een sonde. De gepasteuriseerde koeienbiest wordt aangevuld met kunstbiest tot een bepaalde brixwaarde en elk lam krijgt een schone sonde. Na het drinken worden de lammeren in bakken met vloerverwarming of een verwarmingslamp opgevangen. Deze houten bakken zijn voorzien van een plastic zak met strooisel die telkens wordt vervangen voordat er nieuwe lammeren in de bak terecht komen. Op de tweede levensdag gaan de lammeren naar een opfoklocatie. Ze komen terug als ze 1 jaar oud zijn.
De potten van de melkgeiten worden elke dag ontsmet met VirkonS.
Monique: “We zijn ontzettend strikt in het naleven van dit protocol. Ons hele team weet dat wij verdrietig zijn als een lam al gedronken heeft voordat we het opvangen en dus weg moet van het bedrijf. Maar ook dat we ontroostbaar zijn als zo’n lam wel op het bedrijf blijft. Want daarin schuilt het grootste gevaar voor de verspreiding van CAE.”