Geitenhouder Klaas-Jan Dekker probeert het kiemgetal op zijn bedrijf te verlagen door een autovaccin in te zetten. Het is pionieren, zoals hij zelf zegt, en dierenarts Arjen van Veenhuisen van Dierenartsen AnimalCare uit Putten kan nog niet aangeven dat het autovaccin de problemen oplost, maar de eerste resultaten ogen goed.
Beide heren vertelden hierover tijdens een bijeenkomst rondom kiemgetal, georganiseerd door zes studenten van de has Den Bosch. Deze studenten rondden onlangs twee onderzoeken naar kiemgetal bij melkgeiten af, dat zij uitvoerden in opdracht en onder begeleiding van Elda uit Rijen.
Klaas-Jan Dekker sprak openlijk over het kiemgetalprobleem dat hij sinds anderhalf jaar probeert te bestrijden. Van alles probeerde hij: andere reinigingsmiddelen, langer spoelen, warmer spoelen, andere slangen in de melkput. Ook spoelde hij de melkinstallatie en tank een keer met gepasteuriseerde melk. “Toen daar geen verontreiniging uitkwam, was voor mij duidelijk dat het verhoogd kiemgetal bij de geiten vandaan moest komen.” Er volgde weer een ronde met tests naar individuele kiemgetallen. Een vaccin tegen mastitis sloeg helaas na herhaalde toediening niet aan, geiten met een individueel hoog kiemgetal afvoeren hielp niet, een behandeling met antibiotica bij de hoog kiemgetal-dieren leverde enkel een driemaal zo hoog kiemgetal op.
Laatste redmiddel
Dierenarts Arjen van Veenhuisen van Dierenartsen AnimalCare uit Putten stelde toen aan Dekker voor, eigenlijk als laatste redmiddel, om een autovaccin te laten maken en in te zetten. Dat houdt in dat een bedrijfsspecifiek vaccin wordt gemaakt met kiemen van hoog kiemgetal-geiten op dit bedrijf. “Blijkbaar pakken de geiten uit zichzelf de bacteriën die dit kiemgetal veroorzaken, niet aan. Dit autovaccin zou de geiten op dit bedrijf moeten helpen om de kiemen die het uier lijken te koloniseren, te bestrijden.” De dieren zijn nu tweemaal gevaccineerd en dit wordt elk half jaar herhaald. Dekker: “De eerste keer testen na toediening van het vaccin bleek het kiemgetal gezakt van 160 naar 49. Ik heb goede hoop dat het helpt, en dat deze lijn doorzet.” Van Veenhuisen is wat voorzichtiger. “We moeten nog meer resultaten afwachten om duidelijk te kunnen zeggen dat het autovaccin doet wat we hopen. Na de eerste keer vaccineren waren de resultaten weliswaar spectaculair maar je moet altijd voorzichtig zijn dit direct aan de behandeling toe te schrijven. Het gebruik van dit autovaccin is de “best educated guess” om tot een verdere verlaging van het kiemgetal te komen. We wachten het af.”
In dit artikel uit 2012 in het blad Veehouder & Dierenarts wordt uitgelegd hoe een auto-vaccin wordt gemaakt en kan worden ingezet. Een collega van dierenarts Van Veenhuisen komt hierin ook aan het woord.