Mensen met een negatieve houding ten opzichte van veehouderij melden niet vaker ten onrechte een longontsteking. Dat blijkt uit onderzoek door de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht. Een wetenschappelijke artikel over het onderzoek is verschenen in Environmental Epidemiology.
De faculteit voerde het onderzoek uit omdat het wonen in de buurt van een geitenhouderij de kans op longontsteking vergroot, volgens eerder zogenoemd VGO-onderzoek door Nivel in samenwerking met IRAS/Universiteit Utrecht, Wageningen University & Research en het RIVM in opdracht van het ministerie van LNV en het ministerie van VWS. Waardoor die verhoogde kans op longontsteking precies zou ontstaan is niet bekend. Verder onderzoek wijst dat mogelijk uit. Door de onzekerheid hebben negen provincies een geitenstop afgekondigd.
Relatie hetzelfde
Volgens het Utrechtse onderzoek is de relatie tussen geiten en longontsteking hetzelfde bij mensen met een positieve of negatieve houding ten opzichte van de veehouderij. Ook als de wetenschappers de mensen uitsluiten die hun gezondheidsklachten aan veehouderij toeschrijven (7,8 procent van de deelnemers) blijft de relatie bestaan.
Onderzoeker Lidwien Smit: “We hebben huisartsengegevens geanalyseerd en vragenlijsten afgenomen in Noord-Brabant en Limburg.”
Over het algemeen positief of neutraal
De onderzoekers bepaalden de houding van mensen ten opzichte van een veehouderij in de omgeving door vijftien stellingen voor te leggen aan zo’n 2.500 deelnemers aan het VGO-onderzoek. Smit: “Over het algemeen hadden de deelnemers een positieve of neutrale houding ten opzichte van veehouderij.” Deelnemers waren vooral positief over de waarde van de veehouderij voor de economie (95 procent positief of neutraal) en de goede zorg van veehouders voor hun dieren (93 procent positief of neutraal).
Maar de ondervraagden maken zich ook zorgen. 66 procent van de deelnemers waren bezorgd over antibioticagebruik in de veehouderij, en 63 procent maakt zich zorgen over ziektes die van dier op mens kunnen overgaan. Ook vindt ruim de helft van de deelnemers dat de bouw van grotere stallen het landschap verstoort.