In de transitieperiode (6 weken voor en 6 weken na aflammeren) hebben geiten vaak een energietekort. Studieclub Geitenhouderij Zuid-Nederland organiseerde een transitieplaza waar Lonneke Delhaes van Capralon advies gaf om de geiten in deze periode te ondersteunen.
Met name in de laatste 6 weken van de dracht groeit het lam/de lammeren hard. Doordat het rantsoen in deze periode vaak – om verschillende redenen – ontoereikend is voor de individuele dragende geit, nemen geiten in die tijd vaak niet genoeg energie op. “Gevolg is een weerstandsverlaging”, zegt Delhaes. “Er komen minder witte bloedlichaampjes waardoor de geit uiteindelijk minder slechte bacteriën kan vernietigen.”
Een ander gevolg van het energietekort is belasting van de lever. Deze zal bij een energietekort zelf glucose gaan aanmaken door vet af te breken. Hierbij ontstaan ketonlichamen. Ketose kan leiden tot slepende melkziekte.
Voorkomen
Transitieproblemen zijn te voorkomen door zowel voeding, management als huisvesting goed voor elkaar te hebben. Het juiste rantsoen – met voldoende energie – is onder andere afhankelijk van de productie van de geit, het aantal lammeren dat zij draagt, de lengte van de dracht en de conditiescore. Omdat deze zaken nooit voor alle dragende geiten gelijk zullen zijn, is het heel lastig om een groepsrantsoen samen te stellen dat voor alle dieren voldoet.
Aangaande huisvesting is het aanbieden van volop, fris en goed bereikbaar water van belang. “Drachtige geiten zouden niet verder dan 10 meter moeten hoeven lopen naar een waterpunt”, aldus Delhaes. Verder is voldoende oppervlakte belangrijk. “Meer dan 1,3 m2 per dier, vind ik”, zegt de adviseur.
Wat betreft management is een van de tips om de dieren dagelijks te laten wandelen – dit kan simpelweg door zelf de pot in te lopen. Wandelen houdt de geiten fit en zorgt voor afvoer van eventuele ketonlichamen. Ook door de geit te blijven melken (niet droog te zetten), zal ze eventuele ketonlichamen kunnen afvoeren. Verder dient stress in die laatste 6 weken van de dracht voorkomen te worden.