Drachtige geiten en schapen op houderijen met een publieksfunctie moeten gescheiden van bezoekers aflammeren. Dat staat vanaf 28 januari zo omschreven in de Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten.
Het gaat dan om zorgboerderijen, kinderboerderijen, dierentuinen en locaties waar lammetjesaaidagen worden gehouden. De dieren dienen hier volledig afgezonderd van het publiek te worden gehouden vanaf het moment dat ten minste vier maanden van de dracht zijn verstreken tot twee weken na het aflammeren. Bezoekers mogen de stal waar de dieren staan niet betreden.
Om aan deze regeling te voldoen, kan het mogelijk zijn dat dieren naar een andere locatie worden verplaatst. Alleen als op deze locatie geen andere geiten of schapen worden gehouden, mogen de dieren twee weken na het aflammeren opnieuw worden aangevoerd.
Gezondheid