Gezondheid | Magazine | Premium

Zoönosen: ‘Goede sanitaire voorzieningen zijn een must’

Vruchtwater, ontlasting, vochtdruppeltjes en stro. Het kunnen allemaal broedplaatsen zijn voor zoönosen, dierziekten die ook gevaarlijk kunnen zijn voor mensen. “Wees je daar als melkgeitenhouder zeer bewust van”, vertelt Yvette de Geus, werkzaam bij de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht.

Als mensen een zoönose oplopen na het bezoek aan een melkgeitenhouderij, heeft dat negatieve gevolgen voor het imago van de hele sector. “Er zijn melkgeitenhouders die hun bedrijf openstellen voor bijvoorbeeld schoolklassen”, vertelt De Geus. “Dan moet je er wel voor zorgen dat je goede sanitaire voorzieningen hebt waar iedereen de handen kan wassen en de laarzen kan afspoelen en er geen geiten aflammeren in dezelfde ruimte. Je moet niet hebben dat kinderen met hun E. coli-laarsjes naar huis gaan. Beter is het nog om zelf de laarzen en overalls ter beschikking te stellen voor je bezoekers. Alleen bedrijven die voldoende preventieve maatregelen nemen om zoönosen te voorkomen op hun bedrijf, kunnen op professionele wijze groepen ontvangen en zodoende een positieve bijdrage leveren aan een goed imago van de sector.”

Kinderen en zwangere vrouwen

Kinderen, ouderen, mensen met verzwakt immuunsysteem en zwangere vrouwen hebben per definitie een lagere weerstand en zij horen dus niet in een stal te komen waar geiten aan het aflammeren zijn. In het vruchtwater en daarmee ook in de bedding kunnen onder andere de bacterie Chlamydia abortus aanwezig zijn; een infectie met deze bacterie kan onder andere een miskraam veroorzaken. Zwangere vrouwen horen daarom niet thuis op een bedrijf tijdens de aflamperiode. Volgens De Geus is ook voorzichtigheid geboden bij het bezoek van schoolkinderen aan je bedrijf. Lammerdiarree kan ook bij de kinderen ernstige diarree en andere ernstige ziektebeelden veroorzaken.”

De gevaren worden volgens De Geus door veel melkgeitenhouders nog niet gezien. “En bovendien wordt er geen relatie gelegd tussen een kind met diarree en een bezoek aan een melkgeitenbedrijf. Ook komt het zelden voor dat er bij een vrouw die een miskraam heeft gehad wordt gedacht aan die ene middag dat ze bij de aflammerende geiten de lammetjes heeft geaaid.” Naast chlamydia vormt listeria ook een gevaar voor de mens. Bij die ziekte is het niet vreemd dat er bij de start van de ziekteverschijnselen niet wordt gedacht aan een bezoek aan de geiten. De tijd die verloopt tussen het oplopen van de besmetting en het optreden van de verschijnselen is gemiddeld gezien namelijk drie weken. De symptomen van listeria zijn het ergst bij jonge kinderen, ouderen, mensen met een verzwakt immuunsysteem en zwangere vrouwen. Als zwangere vrouwen een infectie met listeria oplopen, hebben ze verhoogde kans op sterfte van het ongeboren kind en vroeggeboorte en een ernstig verloop van de ziekte. “Nogmaals, zorg er gewoon voor dat je als melkgeitenhouder geen zwangere vrouwen, ouderen, mensen met een verzwakt afweersysteem en kinderen toelaat op je bedrijf tijdens de lammerperiode”, benadrukt De Geus. “Ook adviseer ik zwangere vrouwen en de andere risicogroepen geen rauwe geitenmelk te drinken of zachte kazen van rauwe melk te eten.”

Het advies wordt ondersteund door het RIVM-onderzoek Surveillance zoönosen in de melkgeitenhouderij (2016). In dat onderzoek wordt gemeld dat van de in 2016 officieel gemelde listeria-patiënten de consumptie van zachte kaas de meest genoemde mogelijke bron van infectie was.

Nieuwbouw

Het is vanwege de geitenstop momenteel lastig om als melkgeitenhouder aan nieuwbouw te denken. “Maar als je ervoor kiest om je stallen anders in te richten of te verbouwen en je wilt bezoekers gaan ontvangen in de toekomst, houd daar dan rekening mee in het ontwerp”, vertelt De Geus. “Houd in het ontwerp rekening met een eenvoudige sanitaire ruimte, een soort sluis. Deze ruimte kan tevens gebruikt worden voor medewerkers en andere erfbetreders.”

Gebrek aan kennis

De Geus benadrukt constant het belang van kennis over zoönosen. “Als je niet weet wat een zoönose is of wat het kan veroorzaken, kun je ook niet weten dat de veroorzaker van eventuele klachten een dierziekte zou kunnen zijn.” En omdat er een gebrek aan kennis is over de gevaren van dierziekten, worden ze niet gemeld en hebben huisartsen weinig zicht op de problemen. De Geus adviseert: “Ben je in aanraking geweest met dieren en word je kort daarna ziek, ga dan altijd overleggen met je dierenarts en je huisarts. Er is namelijk een behoorlijk aantal zoönosen die je ziek kunnen maken. Maar omdat het bij de meeste Nederlanders schort aan kennis over de ziekten, wordt het niet gemeld en blijven we tobben.”

Kinderboerderijen

Niet alleen de professionele melkgeitenhouders moeten rekening houden met de gevaren van zoönosen. “Ook kinderboerderijen, zorgboerderijen en schapenhouderijen met een publieksfunctie moeten preventieve maatregelen nemen. In Nederland komen jaarlijks namelijk zo’n 26 miljoen mensen naar een kinderboerderij. En die bezoekers hebben vaak geen idee van de risico’s die ze kunnen lopen. Want niet alleen door het aaien van dieren kun je een ziekte oplopen, sommige zoönosen verspreiden zich ook door de lucht.” Bewustwording is het sleutelwoord, en juist daar schort het volgens De Geus aan. “Ik wil ervoor zorgen dat mensen weten welke maatregelen ze moeten nemen om het oplopen van zoönosen tegen te gaan. Want het is eigenlijk heel eenvoudig.”

Op de foto: Yvette de Geus, foto door: Marcel Berendsen

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Jasper Lentz
Jasper Lentz (1989) is geboren in Hardenberg (Ov.) en is opgegroeid in het Drentse dorp Dalen. Na de studie Journalistiek is hij in 2013 aan...
Meer over:
Gezondheid
Deel dit bericht: WhatsApp Facebook

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief