Nadat de Belgische melkerij Capra een aantal jaren geleden haar zoekactie naar nieuwe boeren had stopgezet, werd de sterke groei van de Vlaams-Belgische geitenhouderij afgezwakt. Inmiddels bieden Nederlandse zuivelverwerkers alternatieve afzetkanalen.
“Er zijn een aantal bedrijven in aanbouw in Vlaanderen om te voorzien in de vraag van de Nederlandse melkverwerker Bettinehoeve”, vertelt biologische geitenhouder Renaat Devreese uit De Haan aan de Vlaamse kust. Devreese put uit ‘betrouwbare bronnen’ en het nieuws wordt door meerdere partijen in de Vlaamse geitensector bevestigd.
“Door de groeistop in Nederland, zit de Nederlandse markt op slot”, beaamt een woordvoerder van Bettinehoeve. Het bedrijf weigert meer details prijs te geven. “We willen niet meer dan noodzakelijk naar buiten komen”, reageert directeur Ward Watzeels per e-mail. Door haar ligging in Etten-Leur, aan de grens met België, is de geografische heroriëntatie van de Nederlandse zuivelverwerker niet onlogisch. De interesse van Bettinehoeve wordt gevoed door de groeiende vraag naar melkpoeder. De zuivelverwerker zou volgens insiders de bouw van een tweede poedertoren gepland hebben. De eerste toren verwerkt sinds april 2014 zo’n 5.000 liter melk per uur tot poeders. Toen werd er al rekening mee gehouden dat er na een jaar of drie weer uitgebreid zou worden, zo schreven we op dat moment in Geitenhouderij. Het gaat om drie tot vijf Vlaamse geitenhouders die door Bettinehoeve zijn overgehaald om melk te leveren aan het bedrijf.
Met de Nederlandse vraag ontstaat er weer enige ademruimte voor de Vlaams-Belgische melkgeitenhouderij. De Belgische zuivelverwerker Capra, die naar schatting 90 procent van de melk ophaalt, vaardigde enkele jaren geleden een opnamestop uit waardoor nieuwkomers geen kans hebben. “Bestaande leveranciers kunnen hun groeiplannen realiseren. Die groei is volgens ons voldoende om ook onze groei te ondersteunen. Wij nemen geen nieuwe leveranciers aan”, beaamt Guy Hex, CEO van Capra.
Capra motor achter Vlaamse groei
De professionele Vlaamse geitenhouderij maakte het afgelopen decennium een sterke groei door in zowel aantal als grootte. Tien tot vijftien jaar geleden waren bedrijven met 600 geiten nog een uitzondering. Inmiddels telt de sector volgens statistieken van de Vlaamse overheid eind 2018 zo’n 51 bedrijven met meer dan 50 geiten, waarvan 14 bedrijven met minimaal 1.000 dieren.
Een aantal van de kleine bedrijven zijn gemengde bedrijven, hobbyisten-zelfkazers. Boerenbond, een Vlaamse agrarische belangenorganisatie, schat het aantal professionele geitenmelkbedrijven in Vlaanderen op 34 met een gemiddelde veestapel van 800 geiten. “Deze bedrijven hebben een productie van gemiddeld 1.100 kilo melk per geit”, zegt Sander Hoogstijns die binnen Boerenbond belast is met de geitensector. Volgens deze gegevens zou de Vlaamse melkplas anno 2019 zo’n 30 miljoen kilo bedragen. Tien tot vijftien jaar geleden was de productie maar een schijntje hiervan.
De groei van de Vlaamse geitensector is volgens ingewijden grotendeels te verklaren door de groei van Capra. “Onze melkplas is op tien jaar gegroeid van 6 miljoen kilo naar 65 miljoen kilo melk in 2020. Vooral sinds 2012 kennen wij een zeer snelle groei. De geitenhouderij in België heeft hier op meegelift”, beaamt de CEO van het bedrijf. Capra betrekt zijn melk inmiddels ook uit Nederland en Duitsland. Guy Hex schat het Belgische aandeel op 35 miljoen liter, waarvan het leeuwendeel van Vlaamse boeren komt. De groeiende populariteit van geitenmelkproducten in de Benelux en Noord-Europa is deels de verklaring van de sterke groei van Capra. “De vraag nam elk jaar met 10 procent of meer toe”, vertelt Hex. Een belangrijkere verklaring is misschien wel de terugval in Franse melkproductie. “Een jaar of zeven geleden is de productie in Frankrijk afgenomen met 15 procent en wij vullen dat op met Benelux-melk.” Capra is onderdeel van de Franse Agrial-groep die met het merk Soignon tot de marktleiders van de Franse zachte kaas behoort.
Een van de blikvangers van de Vlaamse geitenhouderij is het bedrijf van Ivan Konings, een voormalige CEO van een Belgisch telecombedrijf die zich op de geitenhouderij heeft gestort. De ondernemer verkocht zijn telecombedrijf en investeerde vier jaar geleden enkele miljoenen in een gloednieuw melkgeitenbedrijf in Belgisch Limburg. Met zo’n 3.300 melkgeiten heeft Konings het grootste geitenbedrijf van Vlaanderen en België. Het brein achter dit bedrijf is de Nederlandse geitenhouder Christian van Summeren uit Stramproy, in Nederlands Limburg. Van Summeren deelde zijn kennis met Konings, leidde het personeel op en leverde de eerste partij geiten. Van Summeren, die zo’n 5.000 geiten melkt in Nederland, breidde twee jaar geleden uit over de grens en opende een bedrijf met 3.200 melkgeiten in Vlaams Limburg.
Toekomst deels in Nederland
De Boerenbond acht de kans klein dat Vlaamse bedrijven veel groter gaan worden. “We krijgen hier geen toestanden zoals in Nederland met 7.000 geiten. Ook hier is het steeds moeilijker om een vergunning te verkrijgen en uiteraard moet ook de bank mee willen”, zegt Hoogstijns. Veel van de bedrijven die in het recente decennium zijn opgestart, waren volgens hem bestaande landbouwbedrijven, bijvoorbeeld vleesveehouders die overgestapt zijn op de geitenhouderij. Dat geldt ook voor het handjevol bedrijven dat nu aan het opstarten is om voor de Bettinehoeve te gaan produceren. Hoogstijns beaamt dat de vraag uit Nederland, waar een bouwstop geldt in de geitenhouderij, mogelijkheden biedt voor de Vlaamse sector. “Er zijn momenteel al zes Vlaamse bedrijven die melk leveren aan Bettinehoeve, Amalthea en DeJong Cheese”, aldus de expert. Ook Organic Goatmilk Coöperatie weet de weg naar onze zuiderburen te vinden en koopt er biologische melk in. Vlaanderen telde in 2018 dertien biologische geitenbedrijven met 5.756 dieren onder biocontrole. Dat is een stijging van 4 procent ten opzichte van een jaar daarvoor.
Overheidsonderzoek bokjesafzet
Met de sterke productiegroei is ook het aantal bokjes toegenomen. De sector heeft zelf maatregelen genomen om bokjesverwaarlozing te voorkomen. Zo worden bedrijven verplicht de bokjes aan de biest te zetten en leren de dieren ook de speenautomaat kennen. Voorlopig weten de geitenhouders hun bokjes nog aan de man te brengen.
Toch zit consumptie van geitenvlees, net als in Nederland, ook niet in de Belgische cultuur. Een deel van de bokjes wordt na afmesten verkocht in Brussel, aan de Afrikaanse gemeenschap. Ook in andere grote steden is er wel wat afzet. Maar deze inheemse vraag is bij lange na niet voldoende. “Het gros gaat naar Zuid-Europa”, vertelt Bert Driessen van de Belgische onderzoeksorganisatie Dier&Welzijn. Driessen voerde in opdracht van de Vlaamse overheid een onderzoek uit naar mogelijke alternatieve afzetkanalen voor de bokjes. Met het onderzoek speelt de Vlaamse overheid in op mogelijke afzetproblemen in de toekomst. “Landen als Frankrijk zetten steeds meer in op lokaal geproduceerd vlees, waardoor de vraag naar onze bokjes dalende is”, vertelt Driessen.
De resultaten van het onderzoek ‘Vooruit met de geit, het schaap en het hert! Marktkansen voor vlees van kleine herkauwers’ worden overigens een dezer maanden gecommuniceerd. Een van de belangrijkste conclusies is dat er een promotiecampagne opgezet zou moeten worden om de vraag onder autochtone Vlamingen aan te wakkeren. Mocht deze campagne de perceptie van geitenvlees net zo veranderen als de afgelopen decennia de perceptie van geitenmelk en geitenkaas is veranderd, dan ziet de toekomst er rooskleurig uit. Om te besluiten met een constatering van Renaat Devreese die in 1987 als een van de eerste Vlamingen zich op de professionele geitenhouderij stortte: “Toen wij begonnen en op de markt stonden, knepen mensen demonstratief hun neus dicht als ze ons voorbij liepen. Nu stopt men en wil men de kazen proberen.”
Tekst: Jerom Rozendaal Foto