Dracht scannen

Veel dieren zijn nu drachtig. Of althans, daar gaan we van uit. Wil je zekerheid, dan laat je de dieren scannen. We lopen een ochtend mee met Jan van Schadewijk van De Grote Laak Steinvoort, die al 22 jaar geiten scant.

Bij de hoofdfoto: Om 6 uur stond Van Schadewijk in de melkput bij familie Smits in Zeeland (NB) om de 2.100 melkgeiten te scannen. Steinvoort komt hier elke 5 weken, het hele jaar rond, om de schijndrachtige dieren eruit te pikken. Zo’n 80 tot 90 procent van de dieren wordt hier duurgemolken. Bij ongeveer de helft van de klanten komt scanservice Steinvoort om de zes tot acht weken. Bij anderen drie- of viermaal per jaar.

“Schijndracht (foto) zien we van half november tot eind maart bij zo’n 10 tot 35 procent van de dieren. In de rest van het jaar bij 1 tot 5 procent. Zowel het drachtals het schijndrachtpercentage kent de afgelopen twee jaar enorme pieken en dalen. Ik denk dat het weer van invloed is, en de aanwezigheid van bokken. We zien ook schijndracht bij bedrijven waar geen bokken staan, maar in mindere mate.”

Steinvoort heeft zes vaste medewerkers en twee meewerkende eigenaren, van wie er zes geiten scannen, vijf geiten insemineren en twee ook bokken vangen en onderzoeken, ter plekke of in het lab. Ze scannen ongeveer 200.000 geiten van 140 klanten in heel Nederland en België en een stuk Duitsland. Bij grote aantallen dieren komen ze met meer scanners tegelijk.

Het valt Van Schadewijk op dat de schijndrachtige geiten in de melkput altijd naast elkaar gaan staan. Net als de drachtige (foto) en de lege dieren overigens. “Dan heb je een groepje van drie dat schijndrachtig is en daarnaast staan bijvoorbeeld vijf drachtige op rij.”

Schijndracht komt meer voor bij oudere dieren. Bij familie Smits scant Van Schadewijk bijvoorbeeld in de groep 380 vijf- tot zesjarige geiten, 72 schijndrachtige dieren. Tussen de 250 twee- tot driejarige geiten vindt hij er niet één. Schijndracht bij jongere geiten komt vooral in het dekseizoen voor.

De laatste jaren komt Steinvoort met de scanservice vaker in de melkstal. “Dat geeft minder stress voor de dieren dan wanneer ik overdag de pot in loop.” De scanner draagt altijd blauwe sokjes in de bedrijfslaarzen en handschoenen. Na het scannen maakt hij zijn apparatuur schoon met alcohol.