Het opfokken van lammeren tot goede, gezonde melkgeiten betekent een forse investering in tijd en geld. Dus kun je de opfok maar beter optimaliseren. Dat kan door te meten en te wegen, zeggen experts.
Na 150.000 wegingen in ruim twee jaar tijd kan Tessa Pieffers het stellig zeggen: “Door frequent te wegen en direct bij te sturen kan de opfok gemiddeld 10 euro per lam goedkoper uitvallen. Uitschieters tot 20 euro komen zelfs voor.” Pieffers is lammerspecialist bij Agrifirm en zij gaat met het concept Goatstart de boer op. Dit concept is erop gericht het lam op een gezonde manier te laten ontwikkelen tot een hoogproductieve geit. Het streven hierbij is dat er homogene koppels ontstaan die geleidelijk groeien, zonder vervetting. “Hoe homogener het koppel, hoe meer melkpoeder te besparen is en hoe gunstiger de ontwikkeling van de dieren. Doordat wij de dieren vaker in handen hebben, constateren we eerder zwakke en ook zieke dieren die de veehouder over het hoofd ziet. Door de meer uniforme, optimale ontwikkeling komen ze eerder aan de melk en geven ze meer”, aldus Pieffers. Wegen van de dieren is bij het concept een essentieel onderdeel. “De meest succesvolle ondernemers werken dus protocollair” , ziet de lammerspecialist.
Ook Piet Vellema van GD is ervan overtuigd dat geitenhouders meer zullen gaan wegen en vastleggen. “Over vijf jaar staat overal een weeginrichting”, voorspelde hij tijdens een studiedag vorig jaar.
Geboortegewicht
Lammeren met een geboortegewicht lager dan 3 kg hebben een grotere kans op sterfte, zo wordt wel gezegd. Dat is echter niet wat Pieffers uit haar gegevens distilleert. “Het gaat erom of het pasgeboren lam vitaal is. Een lam van 2 kg dat vitaal is, is vaak fel. Als die levenslust en kracht er is, het lam kan opgroeien met soortgelijke lammeren en je blijft de voeding bijsturen als dat nodig is, dan zie je na 8 maanden het verschil niet meer tussen dit lam en een lam met een geboortegewicht van 3,5 kg.” Ook worpgrootte heeft geen invloed op het sterfterisico van een lam, constateert Pieffers. Voorwaarde is dus wel dat je de kleinere lammeren bij elkaar zet, ze in de gaten blijft houden en waar nodig extra voert.
Te veel biest is ook niet goed
Bij de geboorte is de lebmaag het grootst, want het is dan het enige functionele compartiment van het verteringsstelsel; het verteert de biest. Elke geitenhouder weet: biest moet het lam zo snel mogelijk na de geboorte krijgen, omdat het dier dan nog het meeste IgG kan opnemen. (Lees ook het artikel over het Vlaamse onderzoek op pagina’s 26-29 in deze Geitenhouderij.) “Streef ernaar om dit met een flesje te geven, dat is het meest effectief”, aldus Vellema. “De zuigreflex is direct na de geboorte het grootst, dus die paar minuten die het kost om het flesje te geven, wegen niet op tegen eventuele problemen die later ontstaan als je dat niet hebt gedaan.” Sondevoederen is de second best optie. “Via de sonde komt de biest in de pens, waardoor het met vertraging in het maagdarmkanaal komt. Hierdoor staat het gelijk aan het verstrekken van biest 4 tot 5 uur na de geboorte. Dan is de opnamemogelijkheid van IgG al ongeveer met de helft gedaald”, weet Vellema.
Een lam zou minimaal 400 ml biest binnen moeten krijgen, maar 500 à 600 ml is beter, vindt Vellema. Geef dit direct na de geboorte. “Bij een lam van 2 kg kun je overwegen om in totaal 10 procent van het lichaamsgewicht aan biest te geven en bij een lam van 4 kg zou 8 procent voldoende zijn. Weeg dus dat pasgeboren lam direct.” Als je meer dan 8 procent geeft, gaat dat niet altijd goed. Want er is een maximum aan wat een lam binnen kan krijgen. Vellema: “We zien regelmatig lammeren waar te veel biest in is gepompt. Soms raakt het maagdarmstelsel dan zo ernstig beschadigd dat de dieren het niet overleven.” Pieffers oppert om, als je meer dan 8 procent wilt geven, de biestgift te verdelen in bijvoorbeeld twee porties. In het huidige lammerseizoen wil zij daarvan de gevolgen in beeld brengen.
Na die eerste biest zou het meest ideaal zijn als je kunt sturen op individuele melkgift, vindt Vellema. Uit het onderzoek van Wouter Oltheten, waarover in Geitenhouderij 6-2019 een artikel is geschreven, volgt de conclusie: te hard groeien in de melkfase kan negatief zijn voor de groei na het spenen.
Ook Pieffers is er niet van overtuigd dat hard groeien altijd beter is. “Bij snelle groei kan de skeletgroei niet meekomen. Om een duurzaam lam te krijgen is een goede ontwikkeling van het skelet belangrijk, niet zo zeer een snelle groei.” Ze denkt dat beperkt voeren vanaf een lichaamsgewicht van zo’n 8 kg voor een betere ontwikkeling zorgt dan onbeperkt voeren. “Ik zie in dat geval minder kromme pootjes, navelbreuken, vervetting en ook minder ongewenste uierontwikkeling. “Bovendien nemen beperkt gevoerde lammeren meer krachtvoer op tijdens het spenen, waardoor zij minder speendip vertonen.” Pieffers realiseert zich wel dat niet elke geitenhouder beperkt wil voeren. “Zeker in het begin moet je de dieren dan wel driemaal daags voeren, en dat betekent dat er iemand thuis moet zijn. Ook zul je groepen moeten maken, en dat kan niet overal of wil niet iedereen.”
6 voorwaarden voor spenen
In de melkperiode groeien de lammeren in 40 dagen van 3 naar zo’n 12 kg. Pieffers vindt 12 à 14 kg lichaamsgewicht het beste moment van spenen, op minimaal 6 weken leeftijd en liefst met een conditiescore 3. “Hoe zwaarder je ze speent, hoe minder groei de lammeren daarna laten zien.” Vellema voegt nog een aantal andere eisen toe waaraan de lammeren bij het spenen moeten voldoen; hij adviseert om alleen te spenen als de volgende zes voorwaarden worden vervuld:
- het lam is gezond en
- in goede conditie en
- ten minste 7 weken oud en
- heeft een gewicht van minstens 12 kg en
- eet volop ruwvoer en
- eet ten minste 250 gram krachtvoer per dag.
Eveline Dijkstra, dierenarts kleine herkauwers bij GD, weet dat, mits de dieren goed ruwvoer opnemen, de ontwikkeling van de voormagen vanaf 3 weken leeftijd begint. “Dat houdt in dat de magen groeien in volume en dat de bekleding aan de binnenzijde van de magen verandert.” Als je deze ontwikkeling optimaal wilt hebben, moet je streven naar volledige ontwikkeling op 8 weken, zegt Dijkstra. “Dat is haalbaar. Mits de lammeren goed voer krijgen.” Bij deze heel jonge dieren zou Vellema hooi verkiezen boven stro. “Vanwege de smakelijkheid. Smakelijkheid maakt dat ze het gaan opnemen. Ja, hooi geeft minder prik dan stro, maar het gaat bij deze jonge dieren om zeer kleine hoeveelheden.” Tot 200 gram krachtvoer betekent nog geen verdringing van ruwvoer, tippen de dierenartsen. “Maar een dier dat onbeperkt melk drinkt zal nooit 200 gram brokjes opnemen”, aldus Pieffers. Juist om die reden zal het melk drinken gemaximaliseerd moeten worden, vindt Vellema. “Anders speen je de dieren op een moment dat ze nog onvoldoende in staat zijn om ruw- en krachtvoer te benutten.”
Een muesli, brokje en/of gehakseld stro zou je, net als water, al vanaf 2 weken leeftijd moeten aanbieden. “Het is van belang dat het korreltje supersmakelijk is, kan concurreren met melk. Er zijn maar weinig korrels in de praktijk die dat kunnen”, is haar ervaring. “Maak de dieren bekend met deze producten en de plekken waar ze het kunnen krijgen, dan nemen ze het eerder op. Vergeet ook echt water niet”, maant de lammerspecialist.
Dekmoment
Op 35 kg dekken was altijd het devies, al is niet bekend waarop dat precies gebaseerd is. Volgens Vellema zou het gewicht van het lam op het dekmoment 60 procent van het volwassen gewicht moeten zijn. “Bij geiten die gemiddeld 75 kg wegen, betekent dat dus dekken op 45 kg. Het betekent dus ook dat je de dieren zult moeten wegen.” Vellema komt tot deze getallen door de gemiddelde groei van lammeren aan te houden. “Bij een gemiddelde groei van 195 gram per dag zal een lam van 4 kg uitgroeien tot een dier dat 45 kg weegt op 7 maanden. Een minimale groei van 150 gram per dag levert een lam op dat op 7 maanden 35 kg weegt. Groeit het dier maximaal met 250 gram per dag, dan weegt het op 7 maanden al 56 kg.” Bij dekken op tweejarige leeftijd zou je volgens hem moeten streven naar een gewicht dat 80 procent is van het volwassen gewicht.
De database van Pieffers leidt tot andere getallen: zij adviseert juist om al op een lager gewicht te dekken. “Het blijkt dat lammeren op 7 maanden leeftijd gemakkelijk 35 kg kunnen wegen. Verschillen hierin worden vaak veroorzaakt door onbeperkt of beperkt melk voeren. Dus afgelopen najaar hebben een aantal geitenhouders 34 kg als ondergrens voor het dekken aangehouden. Het is nog afwachten wat deze dieren gaan doen als zij aan de melk komen, maar ik verwacht dat een lam dat de kans heeft gekregen om zich goed te ontwikkelen – en dus relatief langzaam gegroeid is – en dat niet vervet is, op 7 maanden wel op een iets lager gewicht dan 35 kg gedekt zou kunnen worden.”
Weegapparatuur
Het vinden van een weegschaal waarmee je snel veel dieren kunt wegen, is nog niet zo gemakkelijk. Dat vindt Pieffers. “De betrouwbaarheid van de weegschalen is goed, maar het zou mooi zijn als er een weegsysteem wordt ontwikkeld waarbij de arbeidsintensiteit omlaag gaat. Dan is sowieso dierherkenning nodig op de apparatuur. Iets dergelijks heb ik op dit moment nog niet gevonden.”
Minstens vijfmaal wegen
Pieffers adviseert haar GoatStart-klanten om (op zijn minst) op de
volgende momenten te wegen:
- bij geboorte: om de biestgift te bepalen;
- op 3 weken leeftijd: om te bepalen of het lam eventueel op een iets minder luxe melkpoeder kan;
- op 6-8 weken leeftijd (vlak voor spenen): om te bepalen of de lammeren beperkt gevoerd gaan worden, of ze een (ander) brokje moeten krijgen en of ze al gespeend kunnen worden;
- rond 7 maanden leeftijd (rondom dekken): om te bepalen of de lammeren al gedekt kunnen worden of dat ze meer of minder gevoerd moeten worden;
- vlak voor aflammeren.
Gemiddeld groeien geitlammetjes 150 tot 250 gram per dag. Elke weging is een momentopname en kan aangeven dat er iets gaande is of was. Zo zou een minder snelle groei dan verwacht, veroorzaakt kunnen zijn door bijvoorbeeld een vaccinatie, onthoornen of verplaatsing van de dieren. Is er niets terug te leiden, dan kan het raadzaam zijn de dierenarts langs te laten komen. “Misschien sluimert er iets onder de dieren”, oppert Pieffers. GD adviseert om het aantal handelingen of behandelingen te beperken tot maximaal één per week om zo stress en daarmee problemen te beperken.
Voor heel hard groeiende lammeren, die continu ver boven de 250 gram per dag groeien, zou je kunnen overwegen die bij elkaar in een hokje te plaatsen, en ze een kleinere speenopening te geven, minder spenen of de automaat soms uit te zetten. “Zo haal je het heel extreme eraf”, zegt Pieffers. “Overigens hoeven dieren vlak voor het spenen niet heel rank te zijn. Een beetje mollig is niet erg, dan hebben ze wat bij te zetten.”
Voor achterblijvende individuele dieren zou een eigen hokje ook niet verkeerd zijn. “Niet elke geitenhouder wil de dieren sorteren, maar als je dieren hebt die niet hard genoeg groeien, zou ik die toch bij elkaar zetten, zodat ze een kans krijgen. Je kunt ze een hogere concentratie melkpoeder geven, of iets langer aan de melk laten”, aldus Pieffers.
Pieffers wijst verder nog op verschillen tussen rassen. Uit haar database met weeggegevens concludeert zij dat lammeren met Nubisch bloed of met Toggenburger bloed heel anders groeien dan Saanen geiten.