Binnen een straal van 2 km rond geitenbedrijven blijkt vaker longontsteking bij omwonenden voor te komen dan op andere plekken in het land. Maar waarom dit zo is, is niet bekend. Voor de geitensector is het belangrijk dat er opheldering komt over een mogelijke oorzakelijke relatie tussen geitenhouderijen en longontsteking bij de mens. Het lopende onderzoek is nog op zoek naar geitenbedrijven waar zij verschillende monsters mogen nemen.
Om te achterhalen of er een mogelijke oorzaak kan worden gevonden, vinden er door Wageningen Universiteit & Research (WUR) in afstemming met Universiteit Utrecht en RIVM sinds medio vorig jaar verschillende metingen en monsternames plaats op geitenbedrijven (als deelonderzoek binnen het Veehouderij Gezondheid Omwonenden (VGO3) onderzoek). Als een mogelijke oorzaak kan worden gevonden bij geitenhouderijen, dan kunnen wellicht specifieke interventies worden bedacht waardoor bestaande beperkingen kunnen worden opgeheven.
Monsters nemen
Op dit moment doen al 12 geitenbedrijven mee aan het onderzoek. De onderzoekers zoeken aanvullend nog geitenbedrijven in de postcodegebieden 5280 t/m 6099 en 6500 en 6660. Deelname betekent dat samen met de geitenhouder de bedrijfskenmerken in kaart worden gebracht en op afgesproken momenten uit diverse bronnen monsters worden genomen, zoals: diermonsters, stromest, mest-/composthoop, voer, water (ook uit bv. sloot), tankmelk, en luchtmonsters (dit is een 24-uurs meting met apparatuur in de stal). De monsters worden geanalyseerd op aanwezigheid van bacteriën, virussen en schimmels die direct of indirect bij de mens luchtwegproblemen zouden kunnen veroorzaken. Dat kunnen diergebonden kiemen zijn, maar bv. ook schimmels in het voer. Op bedrijven worden meestal meerdere meetmomenten (dagen) gedaan, één tijdens een normale dag in bedrijfsvoering en daarnaast één of meerdere tijdens dagen dat een specifiek bedrijfsproces plaatsvindt, zoals bijvoorbeeld uitmesten, lammerij en/of omzetten van de mesthoop. De onderzoekers hopen zo zicht te krijgen op de specifieke momenten waarop mogelijk kiemen die longontsteking kunnen veroorzaken in de omgeving terechtkomen, en waarbij dan dus preventieve maatregelen kunnen worden gezocht.
Deelonderzoeken
Het onderzoek bij de geitenhouderijen geeft samen met de andere deelonderzoeken antwoord op de vraag waarom omwonenden in de buurt van geitenhouderijen vaker longontsteking hebben. In de andere deelonderzoeken wordt gekeken of er ziekteverwekkers voorkomen in de lucht van bewoonde gebieden, of er bij geitenhouders en hun medewerkers kiemen voorkomen die direct of indirect een relatie kunnen hebben met luchtwegproblemen, en er zijn deelstudies gestart waarin omwonenden met en zonder longontsteking (patiënten en controles) bemonsterd worden.
Deelnemen
Voor de geitensector is het belangrijk dat er opheldering komt over een mogelijke oorzakelijke relatie tussen geitenhouderijen en longontsteking bij de mens. Heeft u een melkgeitenbedrijf in de postcodegebieden 5280 t/m 6099 of 6500 en 6660 en heeft u interesse in deelname of behoefte aan meer informatie, dan kunt u contact opnemen met jan.verkaik@wur.nl (of 0317-480656).