Een goede uiergezondheid gaat samen met een optimale weerstand. Ondersteuning van het immuunsysteem en een goed hygiënemanagement in de stal is hierbij van groot belang. Daarbij is het begrijpen van de anatomie en fysiologie van de uier de eerste stap naar echte controle over en preventie van mastitis.
Hoe werkt de uier van schapen en geiten?
De 2 borstklieren van herkauwers bestaan uit twee hoofdstructuren: het parenchym en het stroma. Het parenchym is het melk uitscheidend klierweefsel en het stroma is het bindweefsel dat bestaat uit bloedvaten, lymfevaten en zenuwen.
De melk bij schapen en geiten wordt door deze klieren geproduceerd in holtes. Via een kanaalsysteem wordt de melk getransporteerd naar een reservoir waar de melk wordt opgeslagen voordat deze uiteindelijk tijdens het melken door de slotgaten van de spenen naar buiten gaat.
Waar wordt de melk opgeslagen en hoe komt deze vrij?
Over het algemeen wordt bij kleine herkauwers 30% van de melk opgeslagen in de holtes, terwijl de andere 70% in het reservoir blijft. Hoeveel precies is afhankelijk van het ras en het moment in lactatie. Het verschil met koeien is dat hier het tegenovergestelde het geval is, 70% van de melk wordt opgeslagen in de holtes terwijl de andere 30% in het reservoir blijft. De lokale remming van de melkafgifte door de borstklier is geassocieerd met de grootte van de reservoirs. Dieren met grote uierreservoirs produceren de meeste melk en kunnen makkelijker minder vaak per dag worden gemolken.
De speen zelf heeft ook een klein reservoir. Het belangrijkste deel van de speen is echter het slotgat en de keratineplug in het tepelkanaal. Beiden fungeren als een barrière en beschermen tegen het binnendringen van bacteriën. De keratineplug sluit het tepelkanaal alleen af tijdens de droogstand. Gedurende de lactatie is een goed functionerend slotgat van groot belang voor de bescherming. Het slotgat sluit zich met kleine spiertjes, bij spierzwakte sluit het slotgat dus ook minder goed.
De melkproductie begint tussen dag 95 en 100 van de dracht al, met de productie van lactose na dag 100. Het omgekeerde proces vindt plaats tijdens de droogstand wanneer de holtes na 3-4 weken volledig verdwijnen en worden vervangen door vetcellen. Tijdens de droogstand dringen speciale afweercellen (macrofagen en lymfocyten) de uier binnen. Deze cellen zijn essentieel voor de synthese van afweerstoffen en de productie van goede biest.
Waarom is uierconformatie belangrijk?
Om uiers goed te kunnen melken is een symmetrische conformatie van groot belang. Tussen rassen en zelfs binnen een kudde zijn aanzienlijke verschillen te vinden. Uierconformatie lijkt echter wel de grootste beperkende factor te zijn voor het goed leegmelken met de melkmachine. Een slechte uierconformatie is dan ook gerelateerd aan een hoger risico op mastitis bij gemolken dieren.
Preventieve aandachtspunten
Aandachtspunten bij een goede mastitiscontroleprogramma zijn het melken van jonge dieren eerst, het gebruik van dipmiddel na het melken, het gebruik van handschoenen tijdens het melken en het laten controleren van de instellingen (vacuüm en pulsatie) van de melkmachine door een natte meting.
Door 1 keer per maand de geiten voor te stralen bij het melken kunnen afwijkingen in de melk ontdekt worden en de geiten vervolgens worden ingedeeld in een hoog celgetal groep en/of de melk bacteriologisch worden onderzocht. Door de melkvolgorde aan te passen van dieren met gezonde uiers naar dieren met een hoog celgetal en/of onkante uiers verminder je de infectierisico’s van de gezonde dieren binnen het koppel. Dieren met een aangetoonde infectie veroorzaakt door Staphylococcus aureus en/of een celgetal >2 miljoen cellen/ml kunnen sowieso het beste zo snel mogelijk worden afgevoerd om verdere verspreiding te voorkomen.
Wilt u meer informatie over de mogelijkheden van mastitispreventie op uw bedrijf? Neem dan rechtstreeks contact op met een van onze dierenartsen: Jessica Hartjes, 06-3800 8533 (Nederland), Pauline Athmer (Zuid Nederland), 06-8100 2036, Ruth Meenks (Noord Nederland) 06-1370 2817, Sabine Hoogeveen (West Nederland) 06-8279 0165 of Anne-Lynn Geertshuis (Oost Nederland) 06-2046 9304.