De melktanks van melkgeiten- en melkschapenhouderijen met vijftig dieren of meer worden voortaan één keer per twee weken op Q-koorts gecontroleerd.
Dat heeft de minister van LNV besloten om sneller en adequaat te kunnen handelen. Het is gebleken dat besmette dieren niet altijd evenveel Q-koortsbacterie uitscheiden. Bij een monitoringsfrequentie van eens per twee maanden wordt de uitscheiding van Coxiella Burnetii niet altijd geconstateerd. Het eerste monster voor deze tweewekelijkse monitoring moet uiterlijk 24 december 2009 zijn aangeleverd.
Op 1 oktober is het systeem van tankmelkmonitoring ingevoerd. Daarmee wordt onderzocht of bedrijven besmet zijn met de Q-koortsbacterie (Coxiella Burnetii). Tot voor kort werden melktanks iedere twee maanden gecontroleerd op Q-koorts. Dit wordt dus iedere twee weken.