Antistoffen tegen de Q-koortsbacterie blijken al vanaf twee weken na infectie te kunnen worden aangetoond in het bloed van drachtige geiten. Dit blijkt uit proeven van het Centraal Veterinair Instituut van Wageningen UR.
De bevindingen zijn belangrijk, omdat het van belang is in een zo vroeg mogelijk stadium infecties met de Q-koortsbacterie op te sporen. Eerder onderzoek toonde aan dat besmette drachtige dieren geen Q-koortsbacteriën uitscheiden. Door naar de antistoffen te kijken, kunnen deze dieren toch worden opgespoord.
De bevindingen uit het onderzoek zijn vooral van belang om dieren die een risico vormen voor mensen op te sporen, nog voordat er wordt gevaccineerd. In de huidige Nederlandse situatie worden geiten en schapen op uitgebreide schaal gevaccineerd tegen Q-koorts.
Vervolgonderzoek zal moeten aantonen of de test ook onderscheid kan maken tussen natuurlijk geïnfecteerde dieren en gevaccineerde dieren. Eerst zal echter worden uitgezocht wat de reactie is van niet-drachtige dieren op een infectie met de Q-koortsbacterie. Daarover is op dit moment nog weinig bekend. Het lopende onderzoek zal hier duidelijkheid in brengen.
Gezondheid