Of de druk op de ruwvoermarkt nou toeneemt of niet, na het afschaffen van het (koemelk)quotum in 2015, zal het voerprijsniveau hoog blijven. Melkgeitenhouders gaan vermoedelijk nog meer rekenen om zo voordelig mogelijk te kunnen voeren. Is bijvoorbeeld het stro te duur, dan stappen ze over op grasbalen, en andersom.
John Bruin, geitenspecialist bij ForFarmers Hendrix merkte de laatste jaren dat geitenhouders wat meer ruwvoer gingen voeren. “Door de stijging van grondstofprijzen werd krachtvoer duurder en werd het voeren van ruwvoerrijkere systemen interessanter.” Maar als het (koeienmelk)quotum in 2015 wordt afgeschaft, is de verwachting dat er meer koeien gemolken worden en dat de totale melkproductie toeneemt waardoor de druk op de ruwvoermarkt stijgt. Bruin schat dat de ruwvoerprijs richting de 16 cent per kg droge stof gaat. Dan komt die dus dichter bij de huidige krachtvoerprijs te liggen.
Erik Koldenhof, specialist geitenhouderij bij ABZ Diervoeding, verwacht ook dat de druk op de ruwvoermarkt zal stijgen, maar hij denkt niet dat het afschaffen van het melkquotum zoveel invloed zal hebben. “De stijging van de vraag naar ruwvoer is al een tijdje aan de gang. Als de melkveestapel gaat groeien vanaf 2015, zal de druk op de ruwvoermarkt verder toenemen en het -prijsniveau stijgen. Maar het verdwijnen van het koemelkquotum heeft veel minder invloed op de markt dan wat er in Duitsland gebeurt: mais die in vergisters gaat. Zolang Duitsland daarmee doorgaat, zullen de mais- en daarmee andere ruwvoerprijzen op een hoog niveau blijven.”
Volgens zowel Koldenhof als Bruin zullen geitenhouders bij hogere ruwvoer- en of krachtvoerprijzen meer gaan rekenen en beoordelen welke voersoorten voor hun bedrijf het voordeligst zijn. Bruin: “Dit zal niet betekenen dat men de rantsoenen per maand zal aanpassen. Geitenhouders kiezen over het algemeen voor een constant rantsoen en geiten blijven kieskeurig. Het verhogen van de rantsoenefficiëntie heeft dan ook meer invloed op het verhogen van het rendement. Het blijft, net als nu, belangrijk dat de geitenhouders het systeem kiezen wat het best past bij hun manier van werken.”
Koldenhof: “Geitenhouders zullen meer gaan berekenen wat de voederbehoefte is en hoe ze daar zo voordelig mogelijk in kunnen voorzien. Is het ene voedermiddel te duur, dan kijken ze naar andere mogelijkheden. Dat gebeurde eerder ook al: toen stro zo duur was, stapten geitenhouders over op grasbalen.”
Voerwinst
Bij de klanten van ForFarmers Hendrix is ook duidelijk dat de voerwinst (melkgeld minus voerkosten) op bedrijven met ruwvoerrijke rantsoenen sinds 2011 dichtbij de voerwinst komt te liggen van bedrijven met mengvoerrijke rantsoenen. In de jaren daarvoor was de voerwinst van mengvoerrijke rantsoenen altijd hoger dan die van rantsoenen met veel ruwvoer. In 2012 lag de voerwinst van bedrijven met ruwvoerrijke rantsoenen zelfs iets hoger dan die van bedrijven die veel mengvoer voeren: 352 euro tegen 348 euro per geit (bij een ruwvoerkostprijs van 14 cent per kg droge stof).
ABZ Diervoeding ziet dat de gemiddelde voerwinst per geit op bedrijven met mengvoerrijke en ruwvoerrijke rantsoenen zeer dicht bij elkaar liggen (2011 en 2012, uitgaande van 15 cent per kg ds ruwvoer). “Maar de verschillen tussen geitenbedrijven onderling zijn zeer groot”, vertelt Koldenhof. “Met mengvoerrijke rantsoenen is een hogere melkproductie beter te realiseren. Gezien de hoge melkprijs zullen deze bedrijven in 2013 een hoger voersaldo halen.”
Kennis kan beter
John Bruin vindt dat de kennis van ruwvoer bij melkgeitenhouders wat omhoog kan. Zeker als er meer ruwvoer gevoerd wordt. “De eerste dingen om aan te denken zijn dan het bestendig zetmeelgehalte in mais en het eiwitgehalte in graskuil. Bij een overmaat van deze nutriënten (en een tekort aan structuur) werk je clostridium in de hand.”
Volgens Koldenhof weten geitenhouders maar al te goed wat het belang is bij het winnen van goed ruwvoer. “Bij afwijkend ruwvoer liggen gezondheidsproblemen op de loer. Denk aan gronddeeltjes (listeria) of zeer hoog ruw eiwit of bestendig zetmeel aan (clostridium) of pensverzuring bij een tekort aan structuur/ onevenwichtig rantsoen. Daarnaast is de smakelijkheid van het ruwvoer bij geiten van groot belang. Een langere tijd hetzelfde voeren geeft de minste rantsoen wisselingen. Laagsgewijs inkuilen over verschillende partijen balen gemengd tegen elkaar voeren kan hier de oplossing zijn.”
In Geitenhouderij 6 – 2013 kun je in het artikel van Bart Dilven (ABAB accountants en adviseurs) meer lezen over de resultaten die bedrijven halen als ze meer of minder krachtvoer voeren.