Op de bijeenkomst van Studieclub Geitenhouderij vandaag in Zeeland (NB) draaide het om drachtigheid, scannen en schijndracht. Zo’n 60 aanwezigen luisterden naar René van den Brom en keken naar de handelingen van De Grote Laak Steinvoort.
René van den Brom, dierenarts bij Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) leidde een interactieve sessie met de aanwezigen. Het onderwerp was schijndracht. Het is niet bekend waarom schijndracht precies optreedt. “Bij schijndracht bevindt zich een hoeveelheid steriele vloeistof in de baarmoeder, en is er een geel lichaam aanwezig. Het proces van afbraak van het gele lichaam, dat normaliter optreedt als er na de eisprong geen dracht volgt, vindt bij schijndracht niet plaats. Waarom het lichaam van de geit blijkbaar het signaal krijgt dat er wel sprake zou zijn van dracht en dus het gele lichaam in tact houdt, weten we niet”, aldus Van den Brom.
In de bespreking met aanwezige geitenhouders werd duidelijk dat het percentage schijndrachtige geiten per bedrijf (er vielen getallen van 0 tot 30 procent) en ook per jaar enorm verschilt.
De aanpak op de meeste bedrijven is dezelfde: een injectie met het medicijn dat het gele lichaam afbreekt. Als je deze dieren toch nog drachtig wilt hebben, raadt Van den Brom aan om de behandeling na 14 dagen te herhalen. “Het drachtigheidspercentage neemt na een herhaalbehandeling enorm toe”, weet hij.
Scannen
Medewerkers van De Grote Laak Steinvoort, scan- en inseminatiebedrijf, toonden de aanwezigen het scannen en insemineren van geiten. “Als je vanaf 48 dagen na inseminatie scant, kunnen we met 90 tot 95 procent zekerheid het aantal lammeren zeggen. Wil je alleen scannen om te zien of een geit drachtig is, dan kun je dat al korter na inseminatie doen.” Om het drachtigheidspercentage te verhogen, denkt De Grote Laak Steinvoort dat het juist uitvoeren van het protocol rondom synchroniseren en het op het juiste tijdstip insemineren, de meeste verbetering kan brengen. “Bij het synchroniseren is bijvoorbeeld de juiste hoeveelheid van het middel belangrijk. Wat ook kan helpen is om de dieren die je drachtig wilt hebben, een maand voor het synchroniseren al bij elkaar te zetten. Ze kunnen dan de rangorde bepalen, aan elkaar wennen en dat voorkomt stress.”
Over schijndracht weten ook de medewerkers van De Grote Laak Steinvoort eigenlijk nog te weinig. “We gaan dit jaar een aantal gegevens bijhouden over schijndracht. Eind van het jaar hopen we die te kunnen analyseren. Misschien leren we dan meer.”