De meeste bedrijven kennen de risico’s van CAE heel goed, toch ging het dit jaar bij een aantal gecertificeerde bedrijven mis. Waar die omslag vandaan komt is niet altijd duidelijk. De Studieclub Geitenhouderij Zuid-Nederland organiseerde vorige week een bijeenkomst waar twee geitendierenartsen hun verhaal deden. “We moeten proberen de puzzelstukjes te vinden.”
Voor CAE bestaat geen verplicht bestrijdingsprogramma, maar meer dan tweederde van de geitenhouders is toch gecertificeerd. Over het feit dat CAE een complexe aandoening is met grote economische consequenties, daarover waren beide inleiders, Shaula Bouwman (eigen praktijk) en Karianne Lievaart-Peterson (GD), het eens. Over het uitvoeren van testen en de interpretatie daarvan verschilden de meningen behoorlijk.
CAE is een lastig te bestrijden virusziekte. “Er is nooit een uitslag van een test 100 procent positief of 100 procent negatief”, vertelde Bouwman. Lievaart-Peterson is dat niet met haar eens.“Het uitvoeren van onderzoek op CAE bij verschillende laboratoria heeft tot verwarring geleid mede ook omdat de uitslagen daarvan niet goed zijn geïnterpreteerd.” Overigens is het technisch gezien niet verboden om elders te testen, mits uitslagen worden overlegd aan de certificerende organisatie. Die gaat dan in overleg met houder en dierenarts verder kijken.
Bouwman was stellig: “We hebben een groter probleem dan we denken. Binnen een jaar vond ik meerdere geiten op meerdere bedrijven die ineens hoog scoorden op de test voor CAE.” Bouwman onderzocht de afgelopen jaren meerdere bedrijven intensief op de ziekte. Ze deed bloedtesten en tankmelktesten. Haar conclusie was dat dieren die een hogere waarde testten, na verloop van tijd verder door leken te stijgen en dus een verhoogd risico zijn. “Soms zonder zichtbare aanwijzingen knapt ineens een bom. Dat stukje snap ik ook nog niet.”
De feitelijke situatie is volgens Lievaart-Peterson anders: ”Er zijn tot nu toe dit jaar niet meer CAE-besmette bedrijven maar als we zo doorgaan en geen oog houden voor de ziekte, komen die er wel.” Lievaart weet dat de meeste CAE- besmette geiten hun levenlang ‘roze’ blijven: je ziet helemaal niks aan ze. “Dat een dier sterft aan CAE zien we zeer zelden, de meeste zijn voor die tijd afgevoerd.” Daarnaast zijn er ook donkerroze en rode dieren: je ziet een klinisch beeld van melkterugval, soms dikke knieën en soms knobbels in de uier.” Lievaart geeft aan dat de omslag van roze naar donkerrood kan worden veroorzaakt door stress. Een omslag van geen CAE naar wel CAE wordt bijna altijd veroorzaakt door contact met niet- vrije dieren (bijvoorbeeld door aankoop, opfoklocatie delen, schapen). Maar ook indirect contact door erfbetreders of via materialen kan de oorzaak zijn.
Juiste steekproef
Beide dierenartsen zijn ervan overtuigd dat het beheersen van CAE in de sector anders moet worden aangepakt. “Eenmaal per 24 maanden testen, zoals nu, dat werkt onvoldoende”, zegt Lievaart. “Maar hoe het dan wel moet? Moeten we testen per pot of stal? Moeten we vaker of meer dieren testen? Statistisch gezien heeft het niet veel zin om meer dieren te testen.” Dat is wel waar Bouwman voor wil pleiten. “Voor het certificeringonderzoek vindt gepoold onderzoek plaats, maar in mijn ogen vertroebeld 5 bloedjes bij elkaar het beeld te veel. Het tappen van een heel bedrijf is het gevolg van een risico-analyse. Is er een risico, dan is het goed om dat in kaart te brengen en daar management op los te laten. Alle dieren tappen moet je echt zien als een managementtool.”
Lievaart-Peterson plaatst hierbij de volgende kanttekeningen: ”Alle dieren elke keer onderzoeken is niet alleen kostbaar maar het juist interpreteren van de uitslagen van verschillende testen is essentieel. Fout-positieve uitslagen worden onterecht als besmet beschouwd. Ook dieren waarvan de uitslag beneden de afkapwaarde valt worden als mogelijk besmet aangemerkt. Dat klopt niet.” Beide dierenartsen zijn het erover eens dat bij een test in ieder geval de steekproef juist moet zijn. Dat betekent dat vooral ook de bokken moeten worden getest, dat er geen voor-screening (met als doel alleen negatieve monsters in te sturen) mag plaatsvinden en dat niet alléén jonge dieren of alléén oude dieren getest moeten worden.
Lees meer over CAE in vakblad Geitenhouderij