Het verhogen van de excretienorm voor melkgeiten gaat moeilijkheden opleveren. Dat verwacht Gert Billekens van de LTO vakgroep Melkgeitenhouderij. “Het kan grote problemen opleveren voor zowel de boer als voor de overheid.”
Begin dit jaar werd bekend dat het Ministerie van Economische Zaken de excretienormen voor melkgeiten heeft verhoogd. Dat betekent dat de excretienorm voor fosfaat per melkgeit per jaar van 3,8 kg naar 4,7 kg is gegaan. De stikstofexcretienorm is verhoogd van 6,1 naar 10,2 kg.
Ingrijpend
Billekens voorziet ingrijpende problemen voor de geitenhouder. “Het lijkt bijna onmogelijk om aan de normen te kunnen voldoen. Door de verhoging van de stikstof excretienorm kan er een situatie ontstaan waarbij alle mest afgevoerd is, maar er nog niet voldaan is aan de norm. Ik vraag me af wat er dan moet gebeuren. Moet een boer kunstmest in de stal strooien om aan de hoeveel stikstof te komen?” Ook voor de overheid kan het strubbelingen veroorzaken. “Mochten de normen voor de meeste boeren niet haalbaar zijn, blijft de overheid dan boetes geven?”
De Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) heeft in 2015 met behulp van informatie van onder meer voerfabrikanten, boeren en het Centraal Bureau voor de Statistiek een adviesrapport samengesteld. Op basis van dat rapport heeft het Ministerie van Economische Zaken de normen verhoogd. Oene Oenema van de CDM denkt dat de problemen voor de geitenhouders mee zullen vallen. “Als alles juist wordt gedaan, dan kunnen de meeste boeren aan de normen voldoen.” Volgens Oenema is niet zo zeer de excretienorm een probleem, maar is dat het ontbreken van de gegevens. “De geitenhouderij is een kleine sector, we weten nog niet genoeg over de zaken op bedrijfsniveau.” Volgens Oenema wordt er hard gewerkt om die gegevens te verzamelen.
Vervolgstap
In april spreekt Billekens met een aantal voederfabrikanten om te bepalen wat nu de beste stap is. Het doel lijkt al wel duidelijk: “De overheid bewegen de boer tegemoet te komen met haalbare normen”, aldus Billekens.