Nederland is officieel vrij van Brucella melitensis, maar moet jaarlijks aantonen dat dit nog steeds het geval is. Het monitoring-onderzoek daartoe wordt binnenkort weer uitgevoerd.
Door Piet Vellema, Gezondheidsdienst voor Dieren, in vakblad Geitenhouderij.
Door de vrije status lopen schapen- en geitenhouders en andere mensen die in contact komen met kleine herkauwers en producten van kleine herkauwers geen risico om Maltakoorts of Middellandsezeekoorts te krijgen. Bovendien is het exporteren van dieren en dierlijke producten gemakkelijk en goedkoper dan zonder zo’n vrije status. Brucellose is de naam van een groep aandoeningen veroorzaakt door een van de brucellasoorten, waarvan enkele zeer besmettelijk zijn voor de mens. Bij verschillende diersoorten komen verschillende brucella’s voor. Zo komt Brucella melitensis voor bij schapen en geiten, Brucella ovis bij schapen, Brucella abortus bij rund maar ook bij schapen en geiten. Bij geiten kunnen Brucella melitensis en Brucella abortus abortus veroorzaken, maar levert een besmetting met B. melitensis de meeste problemen op.
De kiemen van deze bacteriën kunnen in de omgeving vrij lang overleven en dus weer andere schapen en geiten besmetten. Bij een abortus worden grote aantallen kiemen uitgescheiden. Later kan de uitscheiding van deze kiemen via schede-uitvloeiing, maar ook via de melk plaatsvinden.
Brucella melitensis
Brucella melitensis komt in ons land niet voor. Elk jaar worden in ons land ongeveer twintigduizend schapen en geiten onderzocht om dit aan te tonen. Belangrijkste reden daarvoor is vanwege de ernstige ziekteverschijnselen die B. melitensis bij mensen veroorzaakt. Een aantal landen rondom de Middellandse Zee is endemisch besmet met B. melitensis. Daarnaast komt de aandoening voor in Rusland, Mongolië, Mexico, Latijns-Amerika en delen van Afrika. Omdat de bacterie voorkomt in landen in Zuid-Europa, zou insleep door import ook in Nederland voor kunnen komen.
Brucellose veroorzaakt door B. melitensis kan bij schapen en geiten een abortusstorm veroor¬zaken. Besmette schapen en geiten hebben koorts en melkproductiedaling en kunnen verwerpen. Ook kunnen dode en zwakke lammeren worden geboren. Na een abortus kunnen de dieren aan de nageboorte blijven staan en onvruchtbaar worden.
Bij dieren die hebben geaborteerd en bij dieren¬ met een geïnfecteerd uier daalt de melkproductie aanzienlijk. Klinische verschijnselen van uierontsteking zijn zeldzaam. Bij mannelijke dieren kunnen acute orchitis en epididymitis optreden en resulteren in steriliteit. In zeldzame gevallen kan B. melitensis bij runderen voorkomen. Besmette runderen kunnen de bacterie maanden en soms jaren via de melk uitscheiden.
De transmissie van B. melitensis bij kleine herkauwers gaat meestal via contact met placentamateriaal, de foetus en vaginale uitscheiding van besmette dieren. Uitscheiding van besmettelijk materiaal kan via vaginale uitvloeiing bij schapen wekenlang en bij geiten tot maanden doorgaan. Uitscheiding via de melk bij geiten zelfs levenslang.
Monitoring
Schapen en geiten controleren op het voorkomen van deze aandoening kan op verschillende manieren. Nederland heeft ervoor gekozen om vaccineren tegen B. melitensis niet toe te staan. Dit, en het feit dat de infectie bij schapen en geiten in Nederland nog nooit is vastgesteld, is de reden dat Nederland een vrije status heeft voor B. melitensis. Voorwaarde is wel dat jaarlijks ongeveer 1.500 bedrijven moeten worden onderzocht om aan te tonen dat ons land nog steeds vrij is. Binnenkort krijgen 1.500 willekeurige bedrijven met schapen en geiten een brief met een oproep om aan dit monitoringsonderzoek mee te doen. Zij zijn verplicht om hieraan mee te werken. GD voert de monitoring uit. De kosten van de dierenarts en van het bloedonderzoek worden betaald uit het Diergezondheidfonds en komen dus niet voor rekening van die aangewezen bedrijven. Veehouder en dierenarts ontvangen de uitslagen bij voorkeur per e-mail.