De kosten van aanvullende inspecties door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) op veehouderijbedrijven worden sinds 1 maart 2017 in rekening gebracht bij de gecontroleerde veehouder.
Aanvullende inspecties zijn controles die de NVWA uitvoert omdat er op het bedrijf eerder een overtreding is geconstateerd of omdat de NVWA een sterk vermoeden heeft dat de ondernemer de wet niet naleeft. Het kan gaan om een herinspectie, aanvullende inspectie of herbemonstering. Het bedrag dat de NVWA in rekening brengt bestaat uit een starttarief en een bedrag per kwartier dat nodig is voor het uitvoeren van de aanvullende controle.
Reguliere inspecties van de NVWA worden niet in rekening gebracht. Als tijdens de reguliere (onbetaalde) inspectie blijkt dat de veehouder zich aan de regels houdt, is een aanvullende controle niet nodig en hoeft de veehouder niet te betalen voor het toezicht.
‘De veroorzaker betaalt’
Het in rekening brengen van aanvullende, officiële controles is voorgeschreven in Europese regelgeving (artikel 28 van de Verordening (EG) nr. 882/2004). Dit voorschrift sluit volgens de NVWA aan bij het ‘de veroorzaker betaalt’-beginsel.
Sinds 1 mei 2016 worden herinspecties op het terrein van diergeneesmiddelen al in rekening gebracht bij de veehouder, bijvoorbeeld omdat op het slachthuis blijkt dat het Voedselketen Informatieformulier (VKI) onjuist is ingevuld.