Vanmiddag organiseerde de provincie Overijssel een bijeenkomst voor geitenhouders, waarin zij toelichting gaf op de bouwstop voor geitenhouders die zij eind september invoerde. De wijzigingen in de omgevingsverordening, die ter inzage ligt tot 24 december, zullen in principe vanaf maart 2019 ingaan.
Uit voorzorg
In februari 2018 zei Overijssel nog dat zij eerst meer onderzoek wilde afwachten alvorens eventuele maatregelen te nemen. In september kondigde zij dan toch de bouwstop af. De provincie Overijssel vertelde dat ze niet over een nacht ijs was gegaan bij het afroepen van het voorbereidingsbesluit. “Nadat ook provincie Utrecht, als vierde provincie, een bouwstop invoerde, besloot de Provinciale Staten van Overijssel dit uit voorzorg ook te doen. In Overijssel zijn 58 geitenbedrijven die hier hun inkomen uithalen, en in elke gemeente zit minstens een geitenbedrijf”, aldus ambtenaar Wicher Wolbers.
Omgang bokjes
Het voorbereidingsbesluit bepaalt dat het feitelijk aantal geiten niet mag groeien. Groei is mogelijk als dat gebeurt op grond van dierenwelzijn en mits het aantal geiten niet toeneemt. Waarschijnlijk in 2021 komen er resultaten uit lopend onderzoek, waarin bijvoorbeeld de bron van de longontstekingen wordt gezocht. Dan zal de provincie op basis daarvan nieuwe regelingen opstellen.
Vanuit de zaal wordt druk gezet om te bepalen hoe omgegaan wordt met bokjes. “Uit landelijke regelgeving volgt dat de bokjes langer op het bedrijf blijven, maar die zijn veelal niet meegerekend in het aantal dieren waarvoor ooit een vergunning is afgegeven”, aldus Karin van der Toorn, programmaleider Duurzame GeitenZuivel Keten. “En het kan natuurlijk niet zo zijn dat voor elk bokje dat op een bedrijf blijft, een melkgeit moet worden ingeleverd”, vindt Henk van Roekel, geitenhouder en LTO-bestuurder.
Er speelt wat
Overigens lijkt de wetenschappelijke basis voor het besluit van de provincie Overijssel niet groot. De VGO-onderzoeken hebben plaatsgevonden in Brabant en het noorden van Limburg, en de resultaten hiervan zijn geëxtrapoleerd voor Overijssel. Terwijl daar geen bewijs voor is dat dit reëel is, noch bewijs dat het dat niet is. “Maar het is de enige informatie omtrent longontstekingen en geitenhouderijen die er is”, licht Marja Elders van de GGD toe. Joost van der Ree van het kennisplatform veehouderij en humane gezondheid voegt toe: “En het blijkt duidelijk uit deze onderzoeken, daar zijn meerdere analyses op los gelaten, dat er rond geitenbedrijven in de onderzoeksgebieden echt wat speelt, daar is een verhoogd risico op een longontsteking.”
Voor meer vragen en antwoorden omtrent de VGO-onderzoeken kun je de site van het platform bekijken, waar een Q en A is opgesteld.
Onderzoeken waarvan in 2021 – of zoveel eerder als mogelijk – de resultaten worden verwacht, proberen de oorzaak van de longontstekingen te achterhalen, zoeken naar stoffen die geitenhouderijen (met name mest) uitscheiden en die kunnen linken met longontstekingen en zullen om diezelfde reden het bloed van geitenhouders analyseren.