Elke geitenhouder weet het: lammeren te vroeg of op een onjuiste manier spenen werkt niet. Het had vorig jaar in de praktijk van de Lintjeshof een wel heel bijzondere vondst tot gevolg: haarballen in de pens van de pas gespeende lammeren.
Vorige lente werd ik door een melkgeitenhouder gecontacteerd omdat de gespeende lammeren ziek waren. Eenmaal ter plekke bleek het inderdaad niet goed te gaan met de dieren. Het koppel was niet uniform. Te veel lammeren waren mager, hadden een dikke buik en vertoonden likzucht. Er waren geen andere klachten, zoals bijvoorbeeld diarree of longontsteking. De lammeren waren onlangs gespeend en van een andere opfoklocatie naar deze locatie overgebracht. Ze kregen op de andere locatie weipoeder, brok en gehakseld stro. Op de huidige locatie bestond het rantsoen uit brok, stro en TMR van de melkgeiten. Een typisch ziek lam werd geëuthanaseerd en meegenomen naar de praktijk voor verder onderzoek.
De autopsie was erg verhelderend. Waar de borstholte en longen geen afwijkingen vertoonden, bleken in de buikholte de lymfeknopen sterk vergroot en was de dunne darm duidelijk ontstoken. Bij het openmaken van de pens kwam me meteen een indringende geur tegemoet. De pens was vrij goed gevuld met ruwvoer maar bevatte ook heel veel stinkend zure vloeistof. Bij bepaling van de zuurtegraad van het pensvocht werd een waarde van 5,3 gemeten, wat beduidend lager is dan de normale gehaltes van 6 tot 7 bij normaal pensvocht. De penswand was donker gekleurd en bij nader onderzoek waren de penspapillen nagenoeg onbestaand. Bij het leegmaken van de pens trof ik tot verbazing van mij en mijn collega’s verschillende haarballen aan. Eentje was net zo groot als een bovengemiddeld stuk grapefruit.
Verder laboratoriumonderzoek sloot coccidiose en clostridium uit. Te veel colibacteriën verklaarden de enteritis.
Te vroeg
In dit geval zijn de lammeren ziek geworden omdat ze ’te vroeg‘ gespeend werden. Met te vroeg bedoel ik op een moment dat de pens nog onvoldoende ontwikkeld was. De lammeren waren goed gegroeid tijdens de melkperiode, maar omdat de geitenhouder de plaats nodig had, waren de lammeren op een leeftijd van 5-6 weken gespeend. Ze haalden krap het voorgestelde speengewicht. Of ze de aangeraden 200 gram brok opnamen op moment van spenen is niet bekend.
De lammeren in kwestie zijn na het spenen te snel en te veel gras-maismengsel gaan eten. De pens was nog onvoldoende ontwikkeld om op een goede manier om te gaan met dat energierijke voeder. Het gevolg was dat de inhoud van de pens begon te verzuren, de penswand geïrriteerd raakte en ook de vertering in de dunne darm verstoord werd. Het lijkt aannemelijk dat deze verstoorde vertering aanleiding gaf tot ongemak bij de lammeren, waarbij ze dit probeerden af te reageren door te gaan likken aan de haren met de ontwikkeling van de haarballen in de pens als gevolg. Die zullen ongetwijfeld nog voor meer ongemak gezorgd hebben.
Waren ze enkel overgegaan op brok en gehakseld stro, wat ze al kregen, dan kon je nog wel een te grote speendip verwachten, maar geen ziekte.
Als oplossing werd besloten om enkel nog brok en gehakseld stro te voeren. De zieke lammeren werden apart gezet en kregen ondersteunende behandelingen.
De volgende rondes lammeren werden bewuster gespeend en na de melkperiode nog verschillende weken op stro-brok gehouden. Dat ging prima.
Fysiologie van pensontwikkeling
Het doel van de melkperiode is het nastreven van een optimale groei, 200 gram per dag, en daarnaast het ontwikkelen van de pens. De melk loopt niet in de pens, maar via de slokdarmsleuf in de lebmaag.
Hoe ontwikkelt een pens zich dan? Bij de vertering van het opgenomen krachtvoeder (brok) worden in de pens vluchtige vetzuren gevormd. Onder invloed van bepaalde van deze vluchtige vetzuren (boterzuur) groeien de penspapillen uit waardoor de andere vetzuren (azijnzuur en propionzuur) opgenomen kunnen worden door de penswand heen en gebruikt worden voor de groei van de lammeren. Naarmate de pens en de pensflora zich verder ontwikkelen, kunnen de lammeren progressief ook andere voedselcomponenten verteren, zoals cellulose uit bijvoorbeeld hooi. Dit proces duurt minstens drie weken.
Direct water
Als speenmoment wordt nog steeds vastgehouden aan 14 kg lichaamsgewicht en een dagelijkse krachtvoeropname van 200 gram per dag. De meeste geitenhouders hebben moeite om de lammeren die hoeveelheid krachtvoer te laten eten zolang ze nog melk krijgen. Om de lammeren speenrijp te krijgen en de doelen te halen, moeten er aan een aantal voorwaarden worden voldaan.
Niet in het minst het verstrekken van water zo gauw mogelijk na de geboorte. Water moet in de pens geraken om de ontwikkeling van microflora te stimuleren.
Een recente studie bij kalveren toonde aan dat kalveren het meeste water opnemen in de eerste drie levensdagen. Daarna gaat het een op een met de opname van krachtvoer. Kalveren die vanaf de geboorte water kregen waren later beter ontwikkeld dan kalveren die pas vanaf dag 17 water aangeboden kregen. Ik verwacht dat dit bij lammeren niet anders is. Zeker omdat de (ingedikte) biest en melk vaak een hogere concentratie hebben dan bij kalveren.
Lokken voor brokken
Daarnaast moet men de lammeren zien te overtuigen om toch maar eens aan die brok of muesli te beginnen. Die zorgen namelijk voor de vluchtige vetzuren zoals hierboven beschreven. De smakelijkheid van de brok staat de laatste jaren ter discussie. Allerhande soorten en pelletgrootte worden uitgetest. Er is nog geen eensgezindheid over wat nu het beste type is. Als een jong lam kan kiezen tussen melk en krachtvoer dan zal het evenwel altijd kiezen voor melk.
Een lam is van nature heel nieuwsgierig en een sociaal dier. Deze twee eigenschappen kun je benutten. Geitenhouders die actief bezig zijn met spenen, bereiken doorgaans betere resultaten. Om te beginnen moet het krachtvoer erg zichtbaar en bereikbaar zijn. Elke dag vers verstekken en lokken is noodzakelijk. Muesli, granenmengsels of brok gemengd met stro blijken vaak ook aantrekkelijker dan puur brok. Wellicht ziet het er interessanter uit. De combinatie met gehakseld stro zal de brokopname ook bevorderen.
Dit kan in combinatie met afbouwen van de melkopname een lam speenrijp maken. Afbouwen van volume is altijd beter dan verdunnen van de melk. Bedrijven die beperkt melk voeren hebben het op dat vlak makkelijker dan bedrijven die werken met drinkautomaten. Overgaan op eenmaal daags melk en het andere moment van de dag vervangen door krachtvoerverstrekking gedurende een paar weken is een goeie manier.
De verteringefficiëntie van brok is echter maar 70 procent van die van melk, terwijl de behoeften van het lam dezelfde blijven. Een bepaalde mate van speendip is daarom onvermijdelijk.
Iets ouder spenen?
Maar zoals gemerkt in onze case, moeten de lammeren oud genoeg zijn en voldoende lang voldoende hoeveelheid krachtvoer opgenomen hebben. De factor tijd is dus cruciaal.
De melkpoeders zijn meestal van goede kwaliteit en worden best dik aangemaakt zodat de lammeren de eerste weken niet zelden te hard groeien. Zo halen we op veel te jonge leeftijd het vooropgestelde speengewicht. Het resulteert soms zelfs in malformaties, zoals kromme, doorgezakte poten.
Wetenschap en de praktijk tonen aan dat alles een stuk makkelijker gaat als de lammeren wat ouder zijn op moment van spenen. Een ouder lam zal uit zichzelf meer krachtvoer gaan eten. Als economische factoren minder belangrijk zouden zijn, zou je de lammeren best spenen op 3 tot 4 maanden.
Het gaat dus allemaal om water, krachtvoeropname en tijd.
Goed spenen zal eveneens het risico op coccidiose en longontsteking beperken en uiteindelijk leiden tot een opfoklam dat het dekgewicht van 33-35 kg op 7 maanden leeftijd haalt.
De penswand van het zieke lam naast de beter ontwikkelde penswand van een beter gespeend lam. De betere pens heeft meer en grotere, blekere papillen per oppervlakte.
Tekst en foto’s: Peter Vermoesen, geitendierenarts bij Lintjeshof