Geen enkel verzadigd vet gaat gepaard met een verhoogd risico op een hartinfarct. Sterker nog: een hoge inname van sommige soorten verzadigd vet, met name die in zuivel, gaat juist gepaard met een lager risico op een hartinfarct.
Dat blijkt uit een omvangrijk bevolkingsonderzoek van het UMC Utrecht Julius Centrum naar de relatie tussen de inname van verschillende soorten verzadigd vet en het risico op een hartinfarct. Het onderzoek is uitgevoerd bij in totaal circa 75.000 mensen uit Denemarken en het Verenigd Koninkrijk die gedurende 13 tot 18 jaar zijn gevolgd. In die periode kregen circa 3.500 deelnemers een hartinfarct.
Zuivelvet lijkt gunstig
Het risico op een hartinfarct bleek 20 procent lager bij een hoge inname van laurinezuur en myristinezuur, verzadigde vetten met een vrij korte keten. Zuivel is de belangrijkste bron van deze vetten. Alleen bij de Deense deelnemers bleken de inname van verzadigde vetzuren met een nog kortere keten (C4:0-C10:0) ook gepaard te gaan met een verlaagd risico op een hartinfarct. Ook van deze korteketenvetzuren is zuivel de belangrijkste bron.
Vlees ander effect
De onderzoekers hebben ook gekeken of het vervangen van verschillende soorten verzadigd vet door andere voedingsstoffen gunstig is. Het risico op hartinfarct blijkt lager als palmitinezuur en stearinezuur – langere keten verzadigde vetten die vooral in vlees zitten – worden vervangen door plantaardige eiwitten. Het vervangen van verzadigde vetten door andere voedingsstoffen (zoals enkelvoudig of meervoudig onverzadigd vet of koolhydraten) leverde geen winst op. Het effect van de vervanging was dus neutraal.