“Ik zie graag dat ongeveer de helft van de liggende dieren herkauwt”, zegt stalnutritionist bij Voergroep Zuid Mat Winkelmolen tijdens de studiedag voor geitenhouders. “Al is dat wel afhankelijk van wanneer er gevoerd is, en bijvoorbeeld het moment van de dag.”
Tijdens de studiedag die Voergroep Zuid deze week organiseerde bij Twilmij in Stroe, ging Winkelmolen in op de vertering van de geit. “Een geit heeft één echte maag, de lebmaag, en 3 voormagen. Een geit met een goed rantsoen herkauwt een voerbolus zo’n 50 tot 60 keer.”
Structuur
Vertering vindt plaats via fermentatie. “Je voert eigenlijk de bacteriën in de pens. En die houden van een stabiel rantsoen”, weet Winkelmolen. Maar de penswerking wordt ook beïnvloed door de spreiding in voeropname over de dag, en bijvoorbeeld de verhouding tussen de verschillende nutriënten. Een goed rantsoen is dus stabiel, en bevat voldoende pensenergie, penseiwit en structuur. “Maar wat is structuur?”, vroeg Winkelmolen aan de deelnemers aan de studiedag. “Soms zijn dat lange delen, soms korte prikkende voerdelen en vaak wordt naar het ruwe celstof-gehalte gekeken, maar dat op zich is niet structuur. Structuur kan verschillend zijn per rantsoen; het moet passen.”