Jan van Waard (73) uit Haarlem molk tot halverwege de jaren negentig veertig melkkoeien. Aan het eind van die periode kwam een buurman hem vragen of Van Waard wat geiten wilde overnemen.
“En van het een kwam het ander”, vertelt de geitenhouder. “De koeien gingen weg en ik verhuurde mijn melkquotum. Dus sindsdien heb ik alle tijd voor mijn Toggenburgers.” In zijn huis heeft Van Waard geen plekje meer vrij. Overal waar je kijkt staan trofeeën. “Het zijn er ongeveer 450”, lacht hij trots. “Ik vind het wel jammer dat de luxe, fijne geiten de overhand hebben gekregen de laatste jaren. Het compacte beenwerk van de Toggenburgers vind ik het mooist aan de dieren, maar het moet steeds verfijnder.”