Lammeren worden geboren zonder antistoffen in hun bloed. Als de dieren vervolgens te weinig antistoffen opnemen via de biest, hebben zij een groter risico op ziekte en uiteindelijk ook op sterfte. Dit niet of onvoldoende slagen van de opname van immunoglobuline G (IgG) in het bloed wordt ook wel ‘failure of passive transfer’ (fpt) genoemd.
In Vlaanderen deed Marie Willockx er voor haar masterthesis Diergeneeskunde onderzoek naar, ze werkte hierin samen met DAP Verberckmoes (gespecialiseerd in begeleiding van geitenbedrijven in Vlaanderen), DGZ Vlaanderen, Hogeschool Odisee en Faculteit Diergeneeskunde UGent. Naast tijd, wat Willockx als risicofactor vond voor de concentratie aan IgG in bloed, spelen volgens lammerspecialisten ook kwaliteit, kwantiteit en reinheid een grote rol. Zes tips:
- Verse geiten- of koebiest moet een minimale brixwaarde van 22 hebben. Om een goede kwaliteit geitenbiest te krijgen zou 6 weken droogstand bevorderlijk kunnen werken.
- Ingevroren biest moet op een heel schone manier zijn gewonnen en in een steriele verpakking worden bewaard. Het weer opwarmen van de biest geeft namelijk bacteriën de kans om te groeien, en als biest vuiligheid tegenkomt verliest het direct aan kracht en het zal dan niet meer optimaal zijn werk doen op het moment dat het in het lam terechtkomt.
- Opwarmen mag niet boven 60 °C omdat dan de eiwitstructuren verbranden.
- Bij gebruik van gedroogde koebiest dient er goede kwaliteit water te worden toegevoegd, met de aangegeven temperatuur.
- Geef niet meer biest dan 8 procent van het lichaamsgewicht in de eerste portie. Misschien liever nog maximaal 5 procent van het lichaamsgewicht geven, verdeeld in drie porties over de eerste dag.
- Het maken van goede werkafspraken en protocollen is een van de succesfactoren voor goede resultaten. Het is vaak al druk genoeg in de lammerperiode.
Geitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
