Verminder de dichtheid van veehouderijen en de aantallen dieren per bedrijf. Dat is een van de aanbevelingen van de expertgroep zoönosen in het rapport Zoönosen in het vizier dat is aangeboden aan de demissionaire ministers van Van Ark (Medische zorg) en Schouten (Landbouw). Zij noemen het een stevige aanbeveling die een flinke impact zal hebben.
Volgens de experts moet het aantal bedrijven en dieren tot een niveau worden teruggebracht waarbij efficiënte overdracht van zoönotische ziektekiemen tussen bedrijven wordt verhinderd. Met efficiënte overdracht wordt bedoeld dat een geïnfecteerd bedrijf gemiddeld meer dan één ander bedrijf besmet.
In het rapport wordt ook de aanbeveling gedaan om op korte termijn een jaarlijkse onafhankelijke zoönoserisico-/bioveiligheidscheck voor veebedrijven in te stellen dat aansluit bij bestaande kwaliteitssystemen en keurmerken op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn. Verder adviseren de experts om het zoönoserisico te analyseren bij de opkomst van nieuwe dierhouderijsectoren (bijvoorbeeld insectenkweek of aquacultuur), bij snelle uitbreiding van bestaande veehouderij (zoals de melkgeitenhouderij) en bij nieuwe ontwikkelingen in de veehouderij (bijvoorbeeld circulaire landbouw), zodat hiermee rekening gehouden kan worden in het beleid van LNV en lokale overheden.
Ministers: kijken naar inpassing veehouderij
In een reactie op het rapport van de zoönose-experts, schrijven de ministers van Van Ark en Schouten namens het kabinet dat “het risico op de verspreiding van zoönosen een extra en belangrijke reden is om zorgvuldig te kijken naar de inpassing van de veehouderij in het landelijk gebied. Dit aspect moet worden meegenomen bij de transitie van de landbouw met oog op een toekomstbestendige veehouderij.” Het kabinet zal daarom opdracht geven om, zoals de expertgroep ook aanbeveelt, epidemiologische modellen door te ontwikkelen om de mate van efficiënte overdracht van zoönosen te berekenen bij verschillende bedrijfsdichtheden en groottes van bedrijven.
Wat betreft de aanbeveling om het risico op zoönosen te analyseren bij onder andere nieuwe dierhouderij en snelle uitbreiding van bestaande veehouderij, wijzen Van Ark en Schouten op de al lopende beoordeling van insectenkweek door de NVWA en het VGO-onderzoek naar de gezondheid van omwonenden van geitenhouderijen.
Met veehouderij in gesprek over rapport
Voor onder andere de veehouderijsectoren staan er stevige aanbevelingen in het rapport van de zoönose-deskundigen, schrijven de ministers Schouten en Van Ark. “Hier is het kabinet zich ten volle van bewust.” Het kabinet wil de komende periode dan ook in gesprek met de veehouderij en andere ‘belanghebbenden’ over dit rapport en de nadere uitwerking ervan in concreet beleid.