De schillen van cacaobonen passen als bijproduct in het dieet van melkgeiten. Dat blijkt uit Italiaans onderzoek. Er moet wel rekening worden gehouden met de aanwezigheid van theobromine in de cacaoschillen, want die stof kan vergiftigingsverschijnselen veroorzaken.
Het gebruik van agro-industriële bijproducten (of reststromen) als diervoeding past in de kringlooplandbouwvisie van de overheid. Cacaoboonschillen is een bijproduct van de cacao-industrie. Onderzoekers van de Universiteit van Turijn in Italië keken wat het voeren van de schillen voor invloed had op met name de voeropname, de melkopbrengst, de melkhoofdbestanddelen en de vetzurensamenstelling in de melk van geiten.
Melkgift niet beïnvloed
Voor het onderzoek werden 22 melkgeiten verdeeld in twee evenwichtige groepen. Beide groepen kregen gemengd hooi. De controlegroep kreeg daarnaast 1,20 kg krachtvoer per dag, terwijl bij de onderzoeksgroep 200 gram van het krachtvoer werd vervangen door gepelleteerde cacaoschillen. De melkgift, het melkvet-, eiwit- en caseïnegehalte en -opbrengsten werden niet beïnvloed door het voeren van de cacaoschillen. Melk van de met schillen gevoerde geiten bevatte een verlaagd ureumgehalte in vergelijking met die van de controlegroep. Melk van de geiten in de onderzoeksgroep vertoonde ook verhoogde concentraties van onder andere enkelvoudig onverzadigde vetzuren.
Limiet theobromine
Volgens de Italianen blijkt uit hun onderzoek dat cacaoschillen kunnen worden gebruikt als bijproduct in rantsoenen voor melkgeiten zonder nadelige effecten op hun melkproductieprestaties. Het gebruik van de schillen in geitenvoer kan wel worden belemmerd door de aanwezigheid van theobromine, een giftige alkaloïde. Nutritionisten hebben speciale kennis nodig om te voorkomen dat de theobromine-limieten worden overschreden die door de huidige wetgeving worden opgelegd. Een speciale behandeling van de schillen, waarmee de theobromine wordt weggenomen, zou ook vergiftigingsverschijnselen kunnen voorkomen.