Tijdens een bijeenkomst van studieclub Geitenhouderij Zuid-Nederland vertelde gedeputeerde van de provincie Noord-Brabant Elies Lemkes – Straver (CDA) over de Brabantse regelgeving aangaande ammoniakreductie. De datum van 1-1-2024, waarop veel Brabantse boeren een ammoniakreducerend systeem in de stal dienen te hebben, is volgens haar ‘onontkoombaar’. Will van Hoof, projectleider bij De Groene Munt en subsidieadviseur, ging in op de vele emissiereducerende stalsystemen en maatregelen die in de sector al in gebruik zijn genomen of bedacht.
Van Hoof laat een figuur zien waaruit blijkt dat de provincie Noord-Brabant verwacht dat er onder de geitenhouders 90 zijn die iets zullen moeten aanpassen aan hun stal of bedrijfsvoering, 30 die een luchtwasser plaatsen of nieuwbouwen en dat er 20 zullen stoppen voor 1-1-2024. Dat is de datum waarop Brabantse geitenhouders met een stal van 15 jaar of ouder een vergunning moeten hebben aangevraagd voor een stalsysteem en/of maatregelen dat ammoniak met 70 procent reduceert.
Er lijkt geen rek in die datum te zitten, waar veel van de bijeengekomen geitenhouders wel op hadden gehoopt. “We zijn wettelijk aan die datum gebonden”, legt gedeputeerde Lemkes uit. “Nederland moet de EU-eisen aangaande stikstofreductie halen, daar kunnen we als land niet onderuit. 1-1-2024 is de datum die staat voor Brabant en ik denk dat het ook in andere delen van Nederland eerder sneller zal worden ingevoerd dan later.”
Hoe deze aanpassingen aan stallen gefinancierd gaan worden, is nog een vraag. De middelen die het Rijk hiervoor aan wil stellen, zijn niet voor 2023-2024 beschikbaar. Lemkes: “We willen graag dat Den Haag de middelen eerder beschikbaar maakt. Met name de provincie Brabant zet zich hiervoor nu in.”
Geen tijdige keuze in stalsystemen
Geitenhouders gaven in de bijeenkomst aan dat er voor 2024 waarschijnlijk nog geen goedgekeurde emissiereducerende stalsystemen op de markt zijn. Will van Hoof van de Groene Munt onderstreept dat. “Er is nu één stal in gebruik genomen en daarvan zal onder andere het ammoniakreducerende vermogen worden getest. Ook een tweede en derde systeem zullen binnenkort getest worden. Verder zijn er nog vele andere ideeën voor stalsystemen en ook maatregelen, waarvan sommige concreet zijn maar nog niet in gebruik. Wat nu loopt is pas in 2025, 2026 of 2027 op zijn vroegst marktklaar.”
Lemkes wijst op de luchtwasser. “Dat is een goedgekeurd systeem om ammoniak te reduceren.” Uit de eerste proefstal bij geiten met een chemische luchtwasser en deels natuurlijk geventileerde stal, blijkt dat dit systeem zo’n 65 tot 70 procent ammoniak kan reduceren, weet Van Hoof. Dat lijkt goed in de buurt te komen van de verplichte 70 procent reductie. Eerder gaf de provincie Brabant echter al aan dat zij dit systeem liever niet ziet, omdat het ammoniak niet bij de bron aanpakt.
Reductie broeikasgassen komt nog in regelgeving
Van Hoof wijst nog op een andere reden waarom een luchtwasser wellicht niet bovenaan het wensenlijstje zou moeten staan. “Binnen de EU zijn afspraken gemaakt om broeikasgassen, zoals methaan, terug te dringen. Een luchtwasser vangt alleen ammoniak af en geen methaan. Als de Europese afspraken over broeikasgassen worden vertaald naar nationaal beleid, lopen geitenhouders risico nogmaals te moeten investeren. Dat is niet wenselijk.”
Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft vastgesteld dat de land- en tuinbouw hoofdverantwoordelijk is voor de broeikasgassen methaan en lachgas in Nederland. Methaan is een 23 keer sterker broeikasgas dan CO2 en lachgas is zelf 298 keer sterker. “Dus als wij daarvoor verantwoordelijk worden gehouden, is nu investeren in een luchtwasser niet logisch. Daar zou ook de provincie Noord-Brabant rekening mee moeten houden”, spreekt hij de aanwezige geitenhouders toe. “Daarnaast produceert een luchtwasser veel CO2, ook een broeikasgas. Je vangt dus wel ammoniak af, maar zorgt voor extra CO2-productie. Ook dit is niet wenselijk.”
Kamervragen over Brabantse boeren
Totaal in Brabant zullen er circa 2.200 veehouders hun stallen op 1-1-2024 moeten hebben aangepast. Kamerleden Boswijk van CDA en Van Campen van VVD stelden hierover deze week vragen aan de minister van Natuur en Stikstof. Zij wijzen daarbij op het feit dat er een ongelijk speelveld ontstaat binnen Nederland voor de Brabantse boeren doordat de middelen uit het Regeerakkoord voor de landbouwtransitie pas op zijn vroegst in 2023-2024 beschikbaar komen. De Kamerleden vragen om de Brabantse ondernemers versneld toegang te geven tot de noodzakelijke faciliteiten. Bovendien wijzen zij de minister erop dat de ondernemers ruim voor 2024 een besluit hebben moeten nemen over hun toekomst en de investeringsbeslissing met betrekking tot bijvoorbeeld stalaanpassing en hun vergunningaanvraag moeten hebben ingediend.
Twee mogelijkheden
Uit de bijeenkomst kun je twee mogelijkheden voor Brabantse geitenhouders bedenken. De eerste is een luchtwasser aanvragen. “Maar niet elke geitenhouder wil dat, en het is een end-of-pipe-oplossing die eigenlijk niet gewenst is, ook niet door de provincie Brabant. En het is maar de vraag of dat de komende 15 jaar voldoende dekkend blijft voor eventuele toekomstige regelgeving ten aanzien van andere reducties”, zegt Van Hoof. Een tweede mogelijkheid is een vergunning aanvragen voor een brongericht systeem dat je aanstaat of je aansluiten bij een onderzoek daarnaar. “Maar dan zal de provincie deze geitenhouders meer tijd moeten geven om hun bedrijf aan te passen”, aldus Van Hoof.