In Laren in Gelderland verrijst een unieke stal die wordt voorzien van houten roosters voor de melkgeiten. Zoals de familie Groot Roessink al 35 jaar gewend is. Het innovatieve van de stal zit ‘m onder die roosters. En dat zal zorgen voor een flinke reductie van emissies.
Wim en Willie Groot Roessink zijn al 4,5 jaar bezig met de plannen voor een nieuwe stal. In februari 2022 is het dan eindelijk zover en kunnen zij samen met beoogd opvolger Ard van den Noort de 610 geiten in een nieuwe stal huisvesten en melken, en doorgroeien naar 800 melkgeiten. Deze stal is klaar voor de uitdagingen van emissiereductie die aan de geitensector gesteld worden, ziet Eric van den Hengel, subsidieadviseur bij De Groene Munt. De innovatie in de stal en het onderzoek daaraan wordt gedeeltelijk betaald met een subsidie vanuit de Subsidiemodules brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv). “Om voor die subsidie in aanmerking te komen als geitenbedrijf, dient het stalsysteem of de maatregel minimaal 25 procent ammoniak, minimaal 50 procent methaan uit de mest in de stal en minimaal 25 procent geur te verminderen. Doordat urine en mest direct gescheiden worden en de feces snel wordt afgevoerd naar een externe vergister, kan deze stal dat realiseren,” vertelt Van den Hengel. Wim en Willie Groot Roessink begonnen 37 jaar geleden met geiten en stapten al snel over naar een roostervloer.
Willie kan niet tegen het stof in stro. “Als ik alle dagen in het stro moet werken, zou ik dat niet trekken.” Wim vult aan: “Koeien en varkens lopen op roosters, dus kunnen geiten dat ook, zo dachten wij. En het bevalt ons al 35 jaar prima, wij zouden niet anders willen.” En het bevalt de geiten ook, zo laten zij zien in de productie waarbij met name de gehaltes opvallen. Het jaargemiddelde lag in 2021 op 1.002 liter per geit met 4,98% vet en 3,63% eiwit. Toen na jaren zoeken Ard van den Noort in beeld kwam als mogelijk opvolger en toetrad tot de maatschap, besloten Wim en Willie te investeren in het bedrijf en een nieuwe stal te bouwen. “Daar moesten weer roosters in, dat stond voor ons vast”, zegt Willie. “Als het een strostal had moeten worden, zouden we ons bedrijf stoppen. En Ard denkt daar net zo over.” Toen de Sbv-innovatieregeling in het leven werd geroepen, besloten de maten om het plan voor de nieuwe stal iets aan te passen zodat deze toekomstbestendig is. “De ruimte onder de roosters wordt nu een hellende vloer met urineafvoer en een schuif om de vaste mest te verwijderen”, legt Wim uit. Van den Hengel vult aan: “Met deze innovatie wordt een bijdrage geleverd aan oplossingsrichtingen voor de maatschappelijke problematiek rond stikstof en broeikasgassen.”
Emissies krijgen geen kans
Het idee voor een dergelijke vloer is niet nieuw, zegt Van den Hengel. “Maar dit is de eerste geitenstal die wordt uitgevoerd met dit systeem.” De betonvloer die zo’n 65 centimeter onder de houten roosters ligt is in het midden voorzien van een gootje voor de urine. Vanuit dat gootje loopt de vloer naar beide kanten toe naar boven met een helling van 5 procent. De betonnen vloer is voorzien van een coating waardoor de urine niet in het beton trekt. Van den Hengel: “De urine stroomt dus snel af naar een klein oppervlak. Vanuit de goot komt het snel in een afgesloten kelder zodat emissies geen kans krijgen.” De mest wordt middels een schuif verzameld in een afgesloten betonnen bak. Voor de schuif uit loopt een strip die het gootje afdekt. “Ik verwacht dat de mest een redelijk dikke fractie vormt,” zegt Van den Hengel. “Want de urine wordt snel afgevoerd dus er is geen tijd om met de mest te mengen.” De urine brengt Groot Roessink als meststof op het land. De mest gaat uiteindelijk naar een vergister.
Houten roosters
De keuze voor houten roosters stond dus niet ter discussie in Laren. Wim hierover: “Hout is ‘s winters niet koud en ‘s zomers niet warm. Op een hele warme dag wordt het in een potstal warmer dan de buitentemperatuur, hier is het dan nog kouder dan buiten. Bovendien zie je op roosters eventuele abortussen, en kun je die verwijderen zodat ze niet voor infectie bij andere geiten zorgen.”
De afmetingen van de latten die het rooster vormen en de ruimte tussen de latten, luistert nauw voor geiten, aldus Wim. “Dat is in de jaren negentig al beproefd en geldt nog. Tussen de latten moet 2,3 centimeter zitten. Is die ruimte groter, dan kunnen de pootjes ertussen komen, is de ruimte kleiner, dan valt de mest er onvoldoende tussendoor. De lat zelf moet 5 centimeter breed zijn, en vlak.”
Overigens zal er ook een klimplateau in de stal komen. Van den Noort: “We hadden in de vorige stal ook zo’n plateau en daar liggen of staan altijd geiten op.” Van den Hengel voegt toe: “Deze geitenhouders proberen aan te sluiten bij het natuurlijk gedrag van de dieren. Een geit wil nou eenmaal graag klimmen. Datgene wat door de buitenwereld gewenst is, het stro, vervangen we in deze stal door iets wat de geiten graag hebben.”
Nu testen
De komende twee jaar zullen de geitenhouders gebruiken om te testen en wennen. “We willen weten hoe vaak de mestschuiven moeten lopen om maximaal ammoniak te verminderen. We gaan ervan uit dat we 75 procent ammoniakreductie kunnen halen met deze vloer, maar 50 procent moet zeker lukken.” Van den Hengel vult aan: “In die twee jaar gaan we een continumeting van gassen uitvoeren. Door te spelen met het aantal keren schuiven, krijgen we inzicht in wat er het jaar rond gebeurt, ook met bijvoorbeeld een rantsoenwisseling.” Om de precieze ammoniakemissie in de stal van de familie Groot Roessink te achterhalen, komt na de eigen testfase, Wageningen Livestock Research het jaar rond meten. Van den Hengel: “Dan wordt een emissiefactor voor deze stal hier vastgesteld. Als er dan nog drie stallen bij komen die ook gemeten worden, kan het systeem met een emissiefactor op de rav-lijst komen.” Van den Hengel verwacht dat er over een jaar of vijf in alle stallen continu en het hele jaar gemeten dient te worden om aan het bevoegd gezag aan te tonen wat de ammoniak- en methaanemissie is geweest, en wellicht ook de uitstoot van fijnstof. “De komende tien jaar gaat het over broeikasgassen, let maar op. Voor de geitenhouderij betekent dat methaan en lachgas. Met deze stal pak je dat aan”, aldus de adviseur.
Roostervloer en Kwaligeit
Volgens norm 3.2.4 binnen Kwaligeit is het op dit moment niet mogelijk om bij nieuwbouw of uitbreiding een stal met roostervloer te bouwen/inrichten. Die norm geldt al jaren, en is destijds opgesteld vanwege imago; stro spreekt de maatschappij meer aan dan roosters. Henry Voogd van Kwaligeit legt uit waarom de roostervloer bij de familie Groot Roessink gedoogd wordt: “In deze situatie hebben we een tijdelijke ontheffing afgegeven omdat hier onderzoek wordt gedaan naar een breed aantal aspecten, en dit de enige stal in zijn soort is waar dat gebeurt. Je moet zaken eerst zien voordat je er iets over kunt zeggen.”NGZO volgt nauwgezet de ontwikkeling van integraal duurzame stallen. Voogd: “We juichen innovatie toe, maar vanuit kwaliteitsoogpunt bewaken wij natuurlijk wel dat er op een ander punt niet net even iets mis loopt.”Uiteraard kunnen ontwikkelingen in de sector aanleiding zijn om de normvoorschriften te wijzigen, zegt Voogd.