Als klein meisje dacht ik dat handel behoorlijk beweeglijk was. Ik zag hoe mijn vader onderhandelde als hij een koe wilde verkopen. Met de veehandelaar stond hij op de voergang, ze keken elkaar eens goed aan, bedragen vlogen over en weer, ze liepen bij elkaar weg en kwamen dan toch weer terug. Dat ‘spel’ ging gepaard met enige stemverheffing en soms zelfs handjeklap. Mooi om naar te kijken.
Later op school leerde ik over marktwerking, vraag en aanbod. ‘De wet van vraag en aanbod bepaalt de prijs.’ Dat klonk mij na het handjeklap op de voergang nogal abstract in de oren. Waar zit daarin de ruimte om te ‘spelen’ of om het ‘verschil te delen’? Ook hoorde ik over zoiets als de ‘gunfactor’: vind ik het oké als die ander mijn handel koopt? Daarin kwam die vrijheid voor mijn gevoel dan wel weer terug, al heb je niet in alle gevallen wat te kiezen.
Gelukkig hoeven geitenhouders niet elke week over de verkoop van hun geitenmelk te onderhandelen. Met contracten die ze hebben met melkafnemers krijgen geitenhouders een bepaalde mate van zekerheid. Op dit moment is het opvallend dat de opbrengstprijzen in andere landbouwsectoren de afgelopen tijd wel mee lijken te stijgen met de hogere kosten, maar in de geitenmelkmarkt niet. In deze uitzonderlijke situatie van hoge kosten en een niet stijgende melkprijs zou een ouderwets handjeklap wel eens goed kunnen zijn. Vooral om de melkafnemer eens goed in de ogen te kijken. En te peilen of er ruimte zit. Of misschien zelfs weg te lopen. Ik gun u als geitenhouder in ieder geval een melkprijs die eerlijk is, de kosten dekt en uw werk eer aan doet.