Maatschappelijk draagvlak organiseer je niet snel en eenvoudig, dat vraagt om een duidelijke strategie, vasthoudendheid en geduld. Onderzoekers die zich bezighouden met maatschappelijk gedragen ontwikkeling, voerden de afgelopen tijd met vertegenwoordigers van vier provincies en diverse andere maatschappelijke organisaties (ngo’s) hier gesprekken over. Dit artikel bevat de ‘highlights’ uit die gesprekken.
In de PPS ‘Versnelling verduurzaming van de melkgeitenhouderij’ werken onderzoekers van Wageningen Economic Research aan de vraag: hoe kan de geitensector zorgen voor maatschappelijk draagvlak voor een verdere ontwikkeling, als over een paar jaar de bouwstops in diverse provincies weer worden opgeheven?
De geïnterviewden van provincies en andere ngo’s waarderen het dat de geitensector zelf aan de slag is gegaan met duurzame ontwikkeling. Dat geeft vertrouwen. Ze vragen zich wel af of de sector verder moet groeien, in een tijd waarin steeds gesproken wordt over het inkrimpen van de veestapel. En wat zou groei betekenen voor de markt, ontstaan er dan geen overschotten?
Als er maatschappelijk draagvlak is, is er veel mogelijk. Het plan voor een ‘gedragen ontwikkeling’ zal waarschijnlijk hierop beoordeeld gaan worden: goede zorg voor mens, dier en milieu. En de duurzame ontwikkeling zal meer moeten zijn dan een ‘papieren werkelijkheid’: het zal meetbaar en controleerbaar moeten zijn.
Mens
• Duurzaam De geïnterviewden merkten vaak op dat er een verandering nodig is van de huidige focus op efficiëntie en een lage kostprijs naar een focus op duurzaamheid. De consument moet daar ook voor betalen, zodat de boer een goed inkomen behoudt.
• Gezond Door bijna alle partijen wordt de gezondheid van de mensen genoemd. De geitenhouderij mag geen risico’s voor de volksgezondheid veroorzaken. Veel burgers zijn hier echt bezorgd over. Direct betrokkenen kijken met grote belangstelling naar het onderzoek Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (VGO). Zolang niet duidelijk is hoe de geitensector de risico’s op longontsteking voor omwonenden kan beperken, moet het voorzorgsbeginsel gelden. Oftewel: ‘bij twijfel niet inhalen’.
• Transparant De geïnterviewden zouden graag een sector zien die open is, duidelijk uitlegt wat er aan duurzaamheid gedaan wordt en niet geheimzinnig doet over de knelpunten en dilemma’s. Verschillende partijen herinnerden zich nog het onderzoek ‘Vooruit met de geit’ uit 2010-2013, maar hebben daar nadien eigenlijk weinig of niks meer van gehoord. Dat moet anders kunnen. De sector zou meer samenwerking met maatschappelijke organisaties kunnen aangaan en ook kunnen (of zelfs: moeten?) zorgen voor goede contacten met de lokale omgeving. Daarnaast zou extra transparantie naar consumenten van geitenzuivel een mooie uitdaging kunnen zijn.
Dier
Het is voor de geïnterviewden niet helemaal duidelijk wat voor de geit echt belangrijk is. Veel is (nog) niet bekend. Het allerbelangrijkste: prima verzorging en ruimte voor het natuurlijke gedrag.
• Kleinschalig? Op de bedrijven moet zichtbaar zijn dat de dieren een goed leven hebben. Vermoedelijk moeten de bedrijven, of de groepen binnen het bedrijf, daarvoor niet al te groot zijn.
• Natuurlijk De geit moet haar natuurlijke gedrag kunnen vertonen, dus in elk geval kunnen klimmen. En waarom worden zoveel geiten binnen gehouden: is weidegang niet mogelijk?
• Goede zorg De jonge dieren, ook de bokjes, worden uiteraard goed verzorgd.
Milieu
Het milieu wordt als een belangrijke randvoorwaarde beschouwd. Een geitenbedrijf mag niet te veel (schadelijke) emissies hebben, zoals stank, fijnstof, ammoniak of broeikasgassen. Daarnaast zou het heel mooi zijn als de geitenhouderij een positieve bijdrage kan leveren aan de natuur en biodiversiteit. Hoe zo’n positieve bijdrage er concreet uit zou kunnen zien, dat is nog niet zo duidelijk. Moet het grondgebonden zijn, kringloop, natuurinclusief, moet het kleinschaliger of extensiever, en zo ja, wat betekent dat dan precies? Waarschijnlijk kan de sector daar het best zelf concrete en goed onderbouwde voorstellen voor doen.
Lastige dilemma’s
Je bent er niet met het opstellen van een lijst van ‘eisen’ en ‘wensen’, al is het maar omdat niet alles kan en er soms moeilijke afwegingen gemaakt moeten worden. Een voorbeeld daarvan is de uitstoot van fijnstof en ammoniak. Als je alleen naar die emissies kijkt, wil je misschien het liefst afgesloten stallen met luchtwassers. Terwijl vanuit het oogpunt van dierenwelzijn wellicht juist open stallen en uitloop of weidegang gewenst zijn. En geiten in een potstal met stro, dat ziet er mooi uit, maar is het ook een optie om dat stro op een andere manier aan te bieden?
Discussie met de sector
In een volgende fase van het project gaan de onderzoekers een integraal ontwerp maken met oplossingsrichtingen voor de sector, door de eisen vanuit de diverse thema’s bij elkaar te brengen. Dit ontwerp zal vervolgens komende zomer aangescherpt worden in gesprekken met de geitensector, de betrokken provincies en ngo’s. De onderzoekers hopen op een goede discussie en veel kritische, opbouwende reacties. Het doel is helder: ruimte voor duurzame bedrijfsontwikkeling.
Groot samenwerkingsproject
De publiek-private samenwerking (PPS) ‘Versnellen verduurzaming van de melkgeitenhouderij’ is een groot samenwerkingsproject dat in 2021 is gestart. In dit project werken verschillende partijen, zoals Platform Melkgeitenhouderij, Wageningen Livestock Research, Royal GD en het ministerie van LNV, samen aan zes onderwerpen die bijdragen aan het verder verduurzamen van de melkgeitenhouderij. Het belangrijkste doel is om kennisvragen en innovatieopgaven in te vullen die voortkomen uit het sectorplan dat in 2019 is opgesteld door het Platform Melkgeitenhouderij, met inbreng van geitenhouders en LNV. De zes onderwerpen zijn dierenwelzijn, duurmelken, zorg voor jonge dieren, salmonellose, duurzame bedrijfsontwikkeling en kringlooplandbouw.
Henk van Roekel, LTO-vakgroep Melkgeitenhouderij
“We zien veel aandacht voor dierhouderij en vooral voor de wijze waarop dieren gehouden worden. Als het gaat om omvang van groepen en natuurlijk gedrag, vraagt dat om een goede mix van diergerichte elementen in combinatie met een werkbare, economische geitenhouderij. Goede zorg voor jonge dieren dient vanzelfsprekend te zijn. Het was en is ook de basis voor een goede melkgeit. Bokjes horen in die zorg te delen. Het is logisch dat de sector zoekt welke bijdrage zij kan leveren in het reduceren van milieubelasting en klimaatverandering. Daar ligt immers een forse landelijke opdracht. De grote verscheidenheid aan bedrijven zal zeker leiden tot verschillen in maatregelen per bedrijf.”
Jos Tolboom, voorzitter LTO-vakgroep Melkgeitenhouderij
“Een transparantere sector is één doel dat we met de Duurzame Geitenzuivel Keten willen bereiken. Met Ontdek de Geit vergroten we de zichtbaarheid van de sector. In het jaarlijkse verslag van de Duurzame Geitenzuivel Keten laten we de stand van zaken zien van issues met cijfers van de sector zelf.
Soms hebben we ook anderen nodig om transparant te kunnen zijn. Een goede I&R-registratie van geboortes en sterftes bijvoorbeeld, die op aandringen van de sector is aangescherpt.
De vraag is nu of het voor de geïnterviewden nog transparanter moet. Misschien heeft deze informatie nog onvoldoende bereik.”
Ward Watzeels, Nederlandse Geitenzuivel Organisatie (NGZO)
“De markt voor geitenzuivelproducten groeit. In Nederland geproduceerde geitenzuivel heeft daarbij een hoog kwaliteitsniveau en goed imago. Er is vanuit de markt dus ruimte voor doorontwikkeling van de melkgeitenhouderij. Dat is niet alleen van belang voor een vitale sector, maar ook noodzakelijk om internationaal koploper te blijven in de verwerking van geitenmelk tot geitenzuivel. Die ontwikkelingsruimte is echter niet vanzelfsprekend, maar kan alleen gecreëerd worden als daar maatschappelijk draagvlak voor is. Dat is een gezamenlijke uitdaging voor melkgeitenhouders en geitenzuivelproducenten.”
Tekst: Nico Bondt, Wageningen Economic Research Foto: Wilma Wolters