Opname van melk en vast voer
Lammeren die melk op basis van magere melkpoeder kregen, dronken 62,5 procent meer dan de lammeren die melk op basis van weipoeder kregen. Die tweede groep startte dus geleidelijker op. “Bij lammeren op weipoeder duurde het een week tot anderhalve week tot ze echt veel dronken, en dit gebeurde stapsgewijs”, zag De Brouwer, die het onderzoek leidde. Dit kwam ook terug in de groei van de dieren. De gemiddelde groei van lammeren op magere melkpoeder lag op dag 20 op 1,97 kg, de groei van lammeren op weipoeder was op die dag 1,61 kg.
Met onthoornen volgde in beide groepen lammeren een melkopnamedip van 25 procent. Bij de lammeren op magere melkpoeder duurde dat een dag, daarna zaten zij weer op hetzelfde opnameniveau. Bij de lammeren die weipoedermelk dronken zette deze dip door voor een week minimaal, en zij kwamen ook slechts minimaal weer terug op het ‘oude’ opnameniveau. De Brouwer: “Een conclusie kan zijn dat melk van magere melkpoeder smakelijker is.”
De overstap naar volledig vast voer gebeurde vanaf een leeftijd van 45 dagen. Duidelijk was dat alle lammeren na het spenen goed groeiden. Muesli werd al snel opgenomen. Op 7 weken leeftijd aten de 25 lammeren samen 25 kg muesli en op 8 weken namen zij 75 kg muesli op. De lammeren die brok en stro los van elkaar verstrekt kregen, lopen hier een week op achter. Zij aten in het begin vooral stro en namen later ook krachtvoer op. De 25 lammeren op brok en stro gemengd namen in totaal het minst op. De Brouwer: “Zij haalden gezamenlijk de 75 kg niet binnen 10 weken leeftijd.”
Groei
Elke week werden 83 lammeren gewogen en zo werd de groei op dag 20, 30, 50 en 60 vastgesteld. De onderzoekster zag een significant verschil in groei van de lammeren tussen de verschillende voeders. “Het rantsoen van magere melkpoeder waarbij brok en stro los van elkaar in de voerbakken gelegd werd, gaf de beste groei.” Op dag 20, 50 en 60 behaalden deze lammeren de hoogste groei. Die was respectievelijk 2,14, 2,47 en 2,24 kg. De gemiddelde groei van alle lammeren in alle groepen was op dag 20, 50 en 60 respectievelijk 1,79, 1,92 en 1,73 kg. De onderzoekers hadden zulke duidelijke verschillen niet verwacht. “Het is significant, dat is wel bijzonder.”
Inschatting pensgezondheid
Na het spenen werd een bokje uit elk hok open gemaakt en bekeken de onderzoekster en dierenarts de pensontwikkeling en probeerden zo een inschatting te maken van de gezondheid van de lammeren. De lammeren die magere melkpoeder en stro en brok gemengd kregen, werden het zwaarst en wogen gemiddeld 23 kg. De pens pH van deze dieren was 5,6. “Is dat pensverzuring of hoort dat bij pas gespeende lammeren? Dat weten we eigenlijk niet,” zegt De Brouwer. De penspapillen bij deze dieren leken afgemaaid, waren rood en duidden op pensverzuring. De voercombinatie magere melkpoeder en brok en stro apart verstrekt scoorde niet alleen het best op groei, maar ook op pensontwikkeling en gezondheid, zag De Brouwer. Zij hadden mooi roze gekleurde darmen, de penswand telde veel en lange papillen. “Lammeren die deze voercombinatie kregen groeiden het hardst en zagen er pathologisch het beste uit,” luidt de conclusie van De Brouwer.
Laat lam zelf kiezen
De onderzoekers adviseren op basis van dit onderzoek om lammeren zelf te laten kiezen wat ze eten, en dus brok en structuur gescheiden van elkaar aan te bieden. “Het lijkt erop dat een lam dat zelf een keuze maakt wat hij eet, op die manier kan voorkomen dat hij pensverzuring krijgt. Als je dit combineert met melkpoeder op basis van magere melkpoeder, heeft het lam de meeste kans om goed en gezond te groeien.” De onderzoeker ziet het vroeg aanbieden van muesli mogelijk als een goede methode voor het ‘aanvreten’. “Als ze hiervan wat eten, stap dan meteen over op brok en stro los.”In de proef werd duidelijk dat lammeren in de eerste weken meer behoefte aan structuur (stro) hebben en later meer aan krachtvoer. “Ik had niet verwacht dat de verhouding waarin het lam deze twee voersoorten wil eten door de tijd heen zo verschilt”, zegt De Brouwer. “Door de lammeren zelf te laten pakken wat ze willen, kunnen ze eventuele problemen snel zelf corrigeren.” Ze plaatst er meteen een kanttekening bij: bied zowel stro als brok onbeperkt aan. “Begin niet met alleen brokjes, geef ook meteen structuur. En laat ze niet zonder zitten, zodat ze altijd zelf de keuze kunnen maken.” Een ander aandachtspunt dat De Brouwer meegeeft, is om het systeem hetzelfde te laten. “Als de lammeren in de melkperiode niet allemaal tegelijk kunnen eten van de brok en het stro, moet je dat later, als ze van de melk af zijn, ook zo doen. Als ze wel tegelijk kunnen vreten, moet dat ook na het spenen hetzelfde zijn. Houd dat gelijk, zodat de lammeren op dat punt geen gedragsverandering hoeven ondergaan. Ze krijgen al zoveel veranderingen te verwerken.”