De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) heeft in de afgelopen maanden op vier melkgeitenbedrijven een infectie met CL (Caseous lymfadenitis) vastgesteld. De lange incubatietijd van deze aandoening maakt dat het klinisch beeld in een geïnfecteerd koppel niet overeenkomt met het werkelijk aantal geïnfecteerde dieren. Zo meldt de GD.
Infecties met CL ontstaan vaak via wondjes in de huid of het mondslijmvlies. Na infectie veroorzaakt CL een lymfadenitis waardoor het de kenmerkende abcessen ontwikkeld in lokale drainerende lymfeknopen. In de meeste gevallen worden bulten in het kop en halsgebied als eerst opgemerkt. Maar ook ter hoogte van de boeg, de vang en de uier kunnen bulten worden waargenomen.
De meeste geiten ontwikkelen klinische klachten tussen de twee tot zes maanden na infectie. Op het moment dat klinische klachten worden vastgesteld, heeft het moment van infectie al maanden eerder plaatsgevonden. De relatief lange incubatietijd van CL maakt het in veel gevallen ingewikkeld om de bron van introductie te traceren.
De belangrijkste risicofactor voor insleep van CL is aanvoer van geïnfecteerde dieren. Daarnaast is indirect versleep van CL bacteriën mogelijk middels materialen en personen uit een geïnfecteerde omgeving. Hoewel het belang van een gesloten bedrijfsvoering steeds meer wordt ingezien, blijkt uit een data-analyse ten behoeve van de dierziektemonitoring over het jaar 2021 dat slechts 26% van de Nederlandse melkgeitenbedrijven binnen dat jaar geen dieren had aangevoerd. Vrijwel de helft van alle bedrijven (47%) heeft binnen dit jaar dieren van twee of meer UBN’s aangevoerd. Aanvoer van dieren gaat gepaard met een risico op insleep van dierziekten. Indien een gesloten bedrijfsvoering niet mogelijk is, adviseert GD om aangevoerde dieren in quarantaine te plaatsen en nadere diagnostiek uit te voeren, ook in geval dat dieren afkomstig zijn van certificaatwaardige bedrijven! Voor CL bestaat sinds de jaren negentig van de vorige eeuw een certificeringsprogramma. Naast het jaarlijkse bloedonderzoek op melkgeitenbedrijven dient jaarlijks een dierenarts- en eigenaarsverklaring te worden ingestuurd. Hiervoor is het van belang dat dierenarts en melkgeitenhouder gezamenlijk een klinische inspectie van het koppel uitvoeren en in geval van verdachte dieren nadere diagnostiek uitvoeren. Daarnaast adviseert GD kopers van dieren om de gezondheidsstatus op het bedrijf van aanvoer goed uit te vragen. Andere voorbeelden van ziekten die veelal via aankoop van dieren worden geïntroduceerd in een koppel zijn CAE, salmonellose en chlamydiose. Wanneer deze aandoeningen zijn geïntroduceerd op een bedrijf is het niet eenvoudig om hier weer vanaf te komen. (Gezondheidsdienst voor Dieren)