De Engelse kaasmakerij Cheesemakers of Canterbury kocht op maximaal 20 kilometer afstand geitenmelk in, maar door de oorlog in Oekraïne werd dat 300 kilometer. Dit betekent volgens eigenaresse Jane Bowyer een enorme kostprijsverhoging.
Vijftien jaar geleden nam Jane Bowyer de kaasmakerij Cheesemakers of Canterbury over van de toenmalige eigenaren die met pensioen gingen. Ze maakt kaas van de melk van zowel koeien, geiten als schapen. Deze kazen worden verkocht op ambachtelijke en boerenmarkten en bijvoorbeeld bij The Goods Shed in Canterbury (www.thegoodsshed.co.uk), maar de kazen worden ook door restaurants gebruikt. Bowyer won in die vijftien jaar veel prijzen met de geitenkazen, zoals bijvoorbeeld met de Kellys Goat Cheese en Kellys Canterbury Goat Cheese.
Van hoeveel geitenhouderijen neem je melk af? En hebben de Brexit en de oorlog in Oekraïne invloed gehad op de levering van geitenmelk?
“Wij nemen geitenmelk af van twee kleine geitenhouderijen en ik ben heel kieskeurig in wie mag leveren. De geitenhouderijen die aan mij leveren moeten het op alle terreinen perfect voor elkaar hebben, zowel ecologisch als op het gebied van milieu- en diervriendelijkheid en duurzaamheid. De geiten van mijn leveranciers kunnen, als ze dat willen, 24/7 buiten lopen. Qua footprint hadden wij het, tot de oorlog in Oekraïne uitbrak, heel goed voor elkaar en kochten op maximaal 20 kilometer afstand onze geitenmelk in. Door de oorlog in Oekraïne is melkpoeder in Engeland echter peperduur geworden. Daardoor besloot een van mijn leveranciers om een deel van de melk van de geiten aan de eigen geitjes/opfok te voeren. Dat betekende dus dat ik, om genoeg geitenmelk te hebben om geitenkaas te kunnen maken, een andere leverancier moest zoeken. Maar dat moest er dan wel een zijn die ook voldeed aan mijn eisen op het gebied van bijvoorbeeld milieu- en diervriendelijkheid. In 2017 vond ik uiteindelijk een geitenhouderij in het graafschap Dorset hier 300 kilometer vandaan die aan mij wilde leveren. Dit betekent echter wel enorme transportkosten. De benzine is hier, net als in heel Europa, ook duur. Momenteel zo’n 2 euro per liter.”
Kun je echt geen geitenmelk dichterbij krijgen? Of zelf een geitenhouderij starten?
“Nee, probleem is dat hier in Engeland 95 procent van de markt in handen is van grote integraties. De grootste zijn St Helen’s Farm en Delamere. Die hebben eigen leveranciers, St Helen’s Farm bijvoorbeeld in Yorkshire en de Midlands, die hun kaasmakerijen van geitenmelk voorzien. Daar kom je niet tussen. Het gaat hierbij om grote commerciële, intensieve geitenhouderijen. Ook melk uit Frankrijk halen is te duur, zowel qua transportkosten als qua invoerdocumenten. Door de Brexit is invoeren van veel dingen veel lastiger geworden. Ik haal nog wel, via een Nederlandse tussenhandelaar trouwens, het verpakkingsmateriaal voor mijn kazen uit Duitsland. En zelf een bedrijf beginnen, dat is veel en veel te duur. Je bent hier in Kent alleen al voor de grond miljoenen ponden kwijt. En dan nog een stal bouwen en alle stalinrichting, dat verdien je nooit meer terug.”
Heb je zelf voor of tegen Brexit gekozen?
“Ik heb voor Brexit gekozen, al ben ik zeker niet anti-Europa. Reden dat ik voor Brexit gekozen heb, is omdat er voorheen relatief veel kaas uit Europa kwam en die concurreerde met onze kazen. De keuze voor Brexit heeft zowel goed als slecht uitgepakt. Slecht, omdat ik een deel van mijn melk nu 300 kilometer verderop moet halen, maar goed omdat mensen nu veel meer lokaal kopen en hier geen spotgoedkope Franse kaas meer in de schappen ligt.”
Is de nationale wetgeving die voor de Europese wetgeving in de plaats is gekomen beter dan de Europese?
“Op dit moment weet niemand wat de regels zijn. De overheid is nu een beetje rommelig. We zitten nog steeds in een transitieperiode. We krijgen nog een tijdje Europese subsidiegelden en betalen ook nog aan de EU. We zijn inderdaad wel bang voor de tijd daarna. Onze overheid heeft toegezegd dat wij er niet op achteruitgaan en vanuit de nationale overheid subsidies zullen ontvangen, maar daar geloven wij, eerlijk gezegd, weinig van. Als Cheesemakers of Canterbury maken wij, gelukkig, niet veel gebruik van subsidies. Onze leveranciers, de kleinere geitenhouderijen, echter wel, en je ziet er steeds meer stoppen. De geitenhoudster die aan ons levert en 20 kilometer hier vandaan zit, zit momenteel op het break-evenpoint, dus het is de vraag of zij het volhoudt op de lange termijn.”
“Ik denk dat over een tijdje alleen nog rijkere Engelsen onze kazen kunnen kopen.” – Jane Bowyer
Zo wordt kaas wel een luxeproduct op den duur, of niet?
“Zeer zeker. Onze kostprijs als kaasmakerij gaat omhoog, dus moeten ook de prijzen van onze kazen omhoog. Ik denk dat over een tijdje alleen nog rijkere Engelsen onze kazen kunnen kopen. En dan hebben wij hier in Kent nog het geluk dat de bevolkingsdichtheid hoog is, we dichtbij Londen zitten en er in deze regio relatief weinig kaasmakerijen zijn. Maar inderdaad, kaas gaat een luxeproduct worden. Nu al kost geitenkaas bij ons tussen de 32 en 40 euro per kilo. In de supermarkten ligt dit gemiddeld tussen de 15 en 20 euro per kilo, maar dat is wel kaas van de ‘intensieve geitenhouderijen’ in ons land, zeg maar. Er wordt hier trouwens ook geitenkaas gemaakt van melk van Nederlandse geitenhouderijen. Dat is dan geitenkaas die in de supermarkten ligt. Ik ben trouwens erg blij dat wij als kaasmakerij in de tijd dat wij bij de EU hoorden, nooit aan de EU geleverd hebben. Dan hadden wij nóg meer last van de Brexit gehad, of het als kaasmakerij zelfs niet overleefd.”
Doet Cheesemakers of Canterbury iets aan duurzaamheid?
“Groene energie? Daar zouden wij inderdaad meer mee moeten doen, maar ik huur deze locatie en dergelijke investeringen zijn in Engeland ook vrij duur.”
Hoe ziet de toekomst van de Engelse geitenhouderij eruit?
“Net als in jullie land en in de EU, zou de Engelse overheid kleinere geitenhouderijen en kaasmakerijen moeten steunen, eventueel met subsidies. Verder zou onze overheid de verhouding 95 procent integraties en 5 procent kleine geitenhouderijen moeten aanpassen. Dus de kleinere geitenhouderijen meer de hand boven het hoofd moeten houden en een eerlijker kans moeten geven. De integraties hebben nu bijna een monopoliepositie.”
Tekst en foto’s: Dick van Doorn