Per jaar worden tussen 1.500 en 1.800 nuchtere lammeren grootgebracht in een strikt hygiënische stal en worden vanaf diezelfde locatie zo’n 4.000 geiten geëxporteerd naar bestemmingen over de hele wereld. Holland Goats in Balkbrug is exporteur van geiten en misschien wel de grootste vrije opfoklocatie in Nederland.
Na een kilometer lange oprit is het eerste wat je ziet een oudere, omgebouwde koeienstal. Daarna komt een opvallende voorgevel in beeld van de drie jaar oude stal waarin de ‘handelswaar’ verblijft. Die bestaat uit nuchtere lammeren die worden grootgebracht tot een maand of zes, en geiten die in quarantaine verblijven, allemaal in afwachting van een verhuizing naar – in de meeste gevallen – het buitenland. De dieren worden verzorgd door Harm Jan en Lianne Brouwer en vaste medewerker Allard Vlastuin.
Profiel: Holland Goats
Kopie van fokvaarzen
Brouwer ging na zijn opleiding de veehandel in. De vraag naar Nederlandse vaarzen liep terug, maar Bas van der Heiden van rundvee-exporteur Hunland Impex merkte dat de vraag naar geiten bij zijn buitenlandse contacten groeide. Dus kopieerden de mannen de wereldwijde handel in fokvaarzen naar internationale in- en verkoop van gezonde, goed producerende, Nederlandse melkgeiten. Van der Heiden regelt de verkoop met de buitenlandse partijen, Brouwer doet de inkoop. Holland Goats kocht in 2014 een eigen boerderij in Balkbrug waar de koeienstal werd omgebouwd tot quarantaineruimte. Sinds 2020 fokken Harm Jan en Lianne nuchtere lammeren op in een nieuwe stal. Daarmee wil Holland Goats leveranciers ontzien die wel dieren willen leveren maar zelf niet de ruimte hebben om op te fokken. Bovendien zorgt het voor continu ‘waar in de winkel’. Ook niet onbelangrijk: het levert een stuk expertise op in het houden van geiten, waarmee Holland Goats in de dierleveringen voordeel hoopt te hebben. Brouwer: “Veel klanten in het buitenland zijn grote projecten met investeerders, waarbij het kennisniveau van de mensen ondergeschoven is. Op deze locatie kunnen we laten zien hoe wij het geiten houden praktisch aanpakken en vertellen uit eigen ervaring. Op den duur willen we dit ook in de vorm van trainingen aanbieden.”
Jaar van tevoren reserveren
De klant komt in de meeste gevallen een keer naar Nederland om te oriënteren. Brouwer bezoekt dan een aantal geitenbedrijven met ze. Komt er een deal, dan wordt er een contract opgemaakt en gaat Brouwer op pad voor de inkoop. Bij grotere aantallen dieren, vanaf zo’n 800 stuks, moeten klanten zeker een jaar van tevoren reserveren. Als de dieren bijna zover zijn dat ze op transport gaan, komt vaak de klant zelf de dieren selecteren. Brouwer: “Samen met onze dierenarts doe ik de voorselectie. Het moet op alle punten kloppen. Een dier met een mankement, al is het een kleine navelbreuk, verkopen we niet. Goede geiten met een schoonheidsfoutje verkopen we soms binnen Nederland, de rest gaat naar de slacht.”Is de dierlijst bekend, dan worden het transport en de quarantaine van dertig dagen ingepland. De verplichte of gevraagde bloedtesten worden gedaan. Brouwer: “Transport plan je niet lukraak, je zet best wat waarde op transport en je wilt goede dieren op de plek afleveren. Dus er gaat voer en water mee en in de winter heaters. Ook geven we brok mee voor eerste dagen op de nieuwe locatie, zodat de voerovergang soepel kan verlopen.” Vervolgens is ook de aftersales belangrijk. Vaste dierenarts voor Holland Goats Gert van der Heiden bezoekt voor veterinaire adviezen, voertips en ook bij problemen de geitenbedrijven waaraan geiten verkocht zijn.
Lange relatie
Met dit uitgebreide voortraject en de aftersalesservice mikt Hunland Impex op een langere relatie met klanten. In de afgelopen jaren zijn geiten vanuit Balkbrug verkocht naar Rusland, Kazachstan, Polen, Roemenië, Duitsland, Bulgarije, Ierland, Engeland, Libanon en Griekenland. Nu komt er vraag uit Noord-Afrika. Hunland Impex probeert ook nieuwe markten los te breken, bijvoorbeeld door klanten die voor koeien komen ook mee te nemen naar geitenbedrijven. De inkoop van dieren doet Holland Goats ook het liefst op basis van langjarige relaties. Er zijn met drie bedrijven contracten om grotere aantallen lammeren te kopen op de leeftijd van een halfjaar. De nuchtere lammeren komen van vier tot zes bedrijven.Naast gezondheidscertificaten willen veel buitenlandse klanten geiten met een afstammingsbewijs en een goede productie. “Dat heeft vaak met subsidies te maken in die landen”, weet Brouwer. “Dus we proberen veelal in te kopen van bedrijven die aan melkcontrole doen en afstammingen in beeld hebben.” Voor het scrapie-koppenonderzoek lift Holland Goats overigens mee op zijn leveranciers; de NVWA kijkt elk jaar waar Holland Goats aankoopt, en als die bedrijven koppenonderzoek doen, krijgt het bedrijf een vinkje. Hoewel voor Holland Goats de corebusiness in het buitenland ligt, heeft het bedrijf ook een aantal starters in Nederland van dieren voorzien. “We zijn handelaren, dus we proberen altijd in- en verkoop aan elkaar te knopen. Soms kopen we van een stopper de complete veestapel op en verkopen die weer binnen de EU.”
Met half jaar op hun sterkst
De opfokstal in Balkbrug is drie jaar oud. Brouwer: “We hebben hier de uitdaging dat we van meerdere bedrijven lammeren hebben. Hygiëne staat dus hoog in het vaandel. We beschikken over voldoende bedrijfskleding in de verschillende afdelingen, vloer- en muurcoating, we weken afdelingen met shampoo in en spoelen na met ontsmettingsmiddel, we hebben zes kleinere afdelingen en de lammeren van verschillende bedrijven zetten we zoveel mogelijk apart.” Verder is het bedrijf bezig met de opzet van een hycare-stal, een label dat bepaalde hygiëne-eisen garandeert.
Als Brouwer de nuchtere lammeren ophaalt, controleert hij ze optisch. “In Balkbrug scannen we ze in en vangen de lammeren op in bakken van acht stuks. Ze krijgen onbeperkt melk. Op 5 weken gaat een aantal spenen weg en worden spenen met kleinere gaten geplaatst. Als de opname van krachtvoer op 200 gram ligt, gaan de lammeren van de melk af. In de loop van de melkperiode worden de lammeren gewogen en gesorteerd op gewicht en grootte. Als een hok op 7 weken 14 kg weegt, wordt het gespeend. “Maar ik betaal liever een halve pallet poeder meer dan dat ik een paar lammeren verlies in de speendip”, geeft Brouwer aan. “Het dier heeft al geld gekost als het hier staat, dus moeten we er hard mee verder. En op 6 maand moeten ze er glanzend en in goede conditie bij staan.”Om die reden gaan mindere dieren snel weg. Het gaat dan om slijters, vermagering en zichtbare longproblemen, grote navelbreuken, kromme poten. “Elke maand maken we een rondje door de stal en kijken welke dieren weg gaan. De uitval ligt hier de afgelopen jaren rond 4 procent.” Rond de leeftijd van 6 maanden gaan de lammeren meestal weg. “Op een halfjaar is een geit op zijn sterkst. Dat is dus een goede leeftijd voor export.”
Hoge gezondheidsstatus
Het schoon en hygiënisch werken is ook onderdeel van het visitekaartje, vindt Brouwer. “Die lat ligt hoog. En ik ben bang dat we naar een nog hoger plan moeten, gezien de recente ontwikkelingen rondom CAE en CL. Dat is voor ons wel een buikpijndossier”, geeft Brouwer toe. “Als vrij-situaties rondom CAE en CL niet meer te garanderen zijn, wordt het spannend. Ten eerste voor ons eigen bedrijf; als een bedrijf waar wij 1.000 lammeren kopen wegvalt, hebben wij een gat. Maar ook voor de positie van Nederland: de goede gezondheid is de meerwaarde waarvoor kopers naar Nederland komen, maar als dat twijfelachtig wordt, gaat je concurrentiepositie achteruit.”Vooralsnog haalt Brouwer veel voldoening uit zijn werk. “Het is een mooi spel om het voor elkaar zien te krijgen. Het mooiste is als je een klant van a tot z kunt begeleiden en na een jaar hoort dat de productie op 3,5 liter per geit ligt. Dan trekken wij een wijntje open.”