Zowel professionele bedrijven als publieksbedrijven met geiten en/of schapen zijn niet altijd goed op de hoogte van de wettelijke regels omtrent Q-koorts. Dat concludeert de NVWA op basis van risicogerichte inspecties in 2022.
Van de 88 risicogerichte inspecties die de NVWA vorig jaar uitvoerde, waren er 11 akkoord en 77 niet akkoord. Er waren vooral overtredingen bij vaccinatie en registratie. Dieren waren niet op tijd gevaccineerd of de vaccinaties waren niet of niet op tijd geregistreerd. Op sommige bedrijven was de mest niet op de juiste manier afgedekt. Bedrijven gaven verschillende redenen voor de overtredingen, zoals onbekendheid met de wetgeving en nalatigheid. Bij 35 bedrijven voerde de NVWA een herinspectie uit; deze bedrijven bleken bij de herinspectie wel aan de regels te voldoen.
Elke twaalf maanden vaccineren
De regels voor preventie van Q-koorts staan in het Besluit houders van dieren. Daarin is onder andere vastgelegd dat professionele schapen- en/of geitenhouders met meer dan 50 dieren en publieksbedrijven met schapen en/of geiten hun meeste dieren elke twaalf maanden moeten laten vaccineren (onder andere dieren jonger dan 3 maanden hoeven niet te worden gevaccineerd). Binnen een week na elke vaccinatie tegen Q-koorts moet bij LNV worden gemeld op welke datum een schaap of geit is gevaccineerd.
Nog dit jaar wil de NVWA onderzoeken hoe ze de kennis van de Q-koortswetgeving bij schapen- en geitenhouders kan vergroten om de naleving van de regels te verbeteren.