Enigszins nerveus was ik wel, voor de Melken voor Morgen studiedag. Zullen er veel mensen komen, zijn de onderwerpen interessant en hebben de sprekers aansprekende lezingen, hebben we alles goed geregeld en duidelijk afgesproken en ook: zeg ik wel nuttige dingen voor zo’n groep mensen? Nee, helemaal comfortabel voelde ik me niet.
Het was mooi om te zien dat er veel interesse is in de ontwikkeling van het buiten-de-gebaande-paden-gaande stalsysteem De Blije geit. Of je zelf nou wild enthousiast wordt van het systeem of dat je dit op je eigen bedrijf nog niet voor je ziet, doet er daarbij niet toe. Het tonen van belangstelling voor een ontwikkeling en de daarbij horende gedachtegang van een ander, zoals dat die dag gebeurde, vond ik prettig om te ervaren.
Er wordt op meer geitenbedrijven gewerkt aan andere houderijsystemen, zoals onderzoeker Ellen van Weeghel ze noemt. Zij is projectleider van het project ‘Ontwerpen voor een duurzamere geitenhouderij’, en een van de sprekers op de studiedag. Zij kijkt daarbij vanuit de visie: wat wil de geit? Tot nu toe ontdekte zij onder andere dat geiten het liefst op een harde ondergrond liggen. En ze voelen zich het prettigst als zij met hun rug ergens tegenaan kunnen liggen.
De Blije geitstal komt aan een aantal van dergelijke voorkeuren van de geit tegemoet, zo bleek tijdens de studiedag. Dat lieten zij zelf ook zien, vond ik. Hoewel er veel mensen voor hun stal verschenen, leken ze heel relaxed op hun berg, de verhoging van betonnen plateaus in de stal waar de geiten graag vertoeven. Ogenschijnlijk een stukje comfortabeler dan ik die dag.